Translation of "Writes" in Dutch

Tom writes.

Tom schrijft.

He writes scripts.

- Hij schrijft scripts.
- Hij schrijft scenario's.

She writes beautifully.

Ze schrijft prachtig.

He writes Arabic.

Hij schrijft Arabisch.

She writes Chinese.

Ze schrijft Chinees.

He writes books.

Hij schrijft boeken.

Tom writes slowly.

Tom schrijft langzaam.

The brother writes.

De broer schrijft.

Tom writes beautifully.

Tom schrijft prachtig.

- Tim writes with his left hand.
- Tim writes left-handed.

Tim schrijft als een linkshandige.

He writes love poems.

Hij schrijft liefdespoëzie.

writes words, says words,

schrijven woorden, zeggen woorden,

Tom writes short stories.

Tom schrijft kortverhalen.

He writes a letter.

Hij schrijft een brief.

She writes quite fast.

De snelheid waarmee hij schrijft is zeer hoog.

- Tom still sometimes writes to me.
- Tom still writes to me sometimes.

Tom schrijft me nog nu en dan.

She writes about Sri Lanka.

Ze schrijft over Sri Lanka.

My uncle never writes letters.

Mijn oom schrijft nooit brieven.

She writes beautifully and legibly.

Zij schrijft mooi en leesbaar.

Tom never writes anything down.

Tom schrijft nooit iets op.

Tom writes me every day.

Tom schrijft me iedere dag.

- He writes me once a week.
- He writes to me once a week.

- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.

- She is a short story writer.
- She writes short stories.
- She writes novellas.

- Zij schrijft novelles.
- Ze schrijft nieuws.

He writes me once a week.

- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.

He seldom writes to his father.

Hij schrijft zelden naar zijn vader.

He seldom writes to his parents.

Hij schrijft zelden naar zijn ouders.

She writes with her left hand.

Ze schrijft met de linkerhand.

Tom writes better than I do.

Tom schrijft beter dan ik.

He writes scripts for TV shows.

Hij schrijft scripts voor tv-programma's.

He writes to me every week.

Hij schrijft mij eens per week.

- Tom still writes to me from time to time.
- Tom still sometimes writes to me.

Tom schrijft me nog nu en dan.

- She writes to her son every now and then.
- She writes to her son every so often.
- She writes to her son from time to time.

Zij schrijft nu en dan naar haar zoon.

The pencil which writes well is mine.

Het potlood dat goed schrijft, is van mij.

He writes me a letter every week.

Hij schrijft mij iedere week een brief.

He writes to me once a week.

- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.

- The brother writes.
- The brother is writing.

De broer schrijft.

Tom writes novels in his spare time.

Tom schrijft romans in zijn vrije tijd.

He writes and sings his own songs.

Hij schrijft en zingt zijn eigen liedjes.

Tim writes as if he were left-handed.

Tim schrijft als een linkshandige.

My father writes in his diary every day.

Vader schrijft iedere dag in zijn dagboek.

He writes to me once in a while.

Hij schrijft me af en toe.

He writes to his parents once a month.

Hij schrijft zijn ouders eens per maand.

She writes to her son every now and then.

Zij schrijft nu en dan naar haar zoon.

He doesn't only teach English; he also writes novels.

Hij geeft niet alleen les Engels, hij schrijft ook romans.

That's the computer on which he writes his articles.

Dat is de computer waarop hij zijn artikels schrijft.

Tom still writes to me from time to time.

Tom schrijft me nog nu en dan.

Tom writes everything down so he won't forget it.

Tom schrijft alles op zodat hij het niet vergeet.

When he writes, he always keeps a dictionary at hand.

Als hij schrijft, heeft hij altijd een woordenboek bij de hand.

- He writes books.
- He's an author.
- He is a writer.

Hij is schrijver.

Tom is left-handed, but he writes with his right hand.

Tom is linkshandig, maar hij schrijft met zijn rechterhand.

- She writes with her left hand.
- Write with your left hand.

Ze schrijft met de linkerhand.

It's hard to find someone who writes Chinese as beautifully as he.

Het is moeilijk om iemand te vinden die zo mooi Chinees schrijft als hij.

- He writes a letter.
- He's writing a letter.
- He is writing a letter.

Hij schrijft een brief.

He still writes novels from time to time, but not as often as he used to.

Hij schrijft nog romans af en toe, maar niet zo veel als vroeger.

- That's the computer he used to write the article.
- That's the computer on which he writes his articles.

- Het is de computer waarover hij zijn artikel schrijft.
- Het is de computer waarop hij zijn artikel schrijft.

He writes a daily journal, and that inspired me to try doing the same thing, but in English.

Hij houdt een dagboek bij en dat inspireerde me om hetzelfde te proberen, maar in het Engels.