Examples of using "Handed" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben linkshandig.
Ik ben rechtshandig.
Hij is linkshandig.
Ik ben linkshandig.
Ik ben rechtshandig.
Maria is linkshandig.
Is Tom links?
Niemand gaat met lege handen weg.
Tom is rechtshandig.
Tom vertrok met lege handen.
Ik gaf Tom een handdoek.
Ze gaf hem zijn jas.
We hebben hem op heterdaad betrapt.
De meeste mensen zijn rechtshandig.
Tom gaf Mary de zaklamp.
Tom gaf Mary de aktetas.
Tom gaf Mary een banaan.
Ik kwam thuis met lege handen.
Tom gaf Mary de sleutels.
Ze gaf hem het geld.
en krijgen nummer 59.
De leraar deelde de testen uit.
Ik ben linkshandig.
Hij gaf het geld aan de verkoper.
- Tom gaf het mes aan Maria.
- Tom overhandigde het mes aan Maria.
Tom gaf Maria een kopje.
Tom overhandigde Mary een grote envelop.
Ik heb hem de microfoon gegeven.
De dief werd op heterdaad betrapt.
Tom overhandigde Maria het contract.
Maria overhandigde Tom haar gsm.
Ik verliet de bank met lege handen.
Hij overhandigde mij de brief, en ging weg.
Tom gaf Mary een blaadje papier.
De politie heeft de inbreker op heterdaad opgepakt.
Maar eigenlijk zou je met lege handen moeten komen,
We moesten onverrichter zake terug.
Tim schrijft als een linkshandige.
De dief werd op heterdaad betrapt.
Ze gaf hem het geld dat ze hem schuldig was.
Er is een mysterieuze legende overgeleverd over dit meer.
Ze is op heterdaad betrapt op het stelen van een ketting.
Tim schrijft als een linkshandige.
Ze gaf hem een boek.
Tom werd op heterdaad betrapt tijdens een undercoveroperatie van het FBI.
Tom is linkshandig, maar hij schrijft met zijn rechterhand.
Tom schreef zijn telefoonnummer op een servet en gaf ze aan Maria.
Tom pakte een biertje uit de koelkast en gaf het aan Mary.
Ze gaf hem zijn jasje, opende vervolgens de deur en vroeg hem te vertrekken.
Sami gaf Layla een exemplaar van de Koran.