Examples of using "Hand" in a sentence and their dutch translations:
Ze liepen hand in hand.
Geef het aan mij!
Het is tweedehands.
De foto ging van hand tot hand.
Industrialisering gaat vaak gepaard met vervuiling.
John en Mary lopen altijd hand in hand.
steek je hand op --
Pak mijn hand.
Schud mijn hand.
Gooi al je kaarten weg.
Kan ik jouw hand schudden?
Steek je hand maar op.
Steek uw rechterhand op.
Nee, het is tweedehands.
Ze nam mijn hand.
Geef me de afstandsbediening.
Tom kuste Mary’s hand.
De hand van Jan is rein.
Ze schudde mijn hand.
Geef me mijn handdoek.
- Geef me het koffertje eens aan.
- Geef me de aktentas eens aan.
Geef me je hand.
Hij stak zijn vinger op.
Ik heb hulp nodig.
Geef me een handdoek.
Geef het aan mij.
Help hem even.
Ik heb mijn hand gebrand.
Jim stak zijn hand op.
Deel de sandwiches uit.
- Zij raakte zijn hand aan.
- Ze raakte zijn hand aan.
Hij raakte haar hand aan.
Hou je hand stil.
Ik heb handcrème nodig.
- Geef het door.
- Geef hem door.
Wat heb je in je hand?
Ze schrijft met de linkerhand.
Wat heb je in je hand?
Mag ik jouw hand vasthouden?
mijn hand in hun handen,
Ik heb mijn hand nog.
Wees mijn rechterhand.
Geef mij het boek, alsjeblieft.
Wat is dat in je hand?
Jim stak zijn hand op.
Ik heb niets uitgedeeld.
Mijn hand is te vol!
Kan ik jouw hand schudden?
Mag ik jouw hand vasthouden?
Kun je me dat even geven?
De hond beet in mijn hand.
Ik was de kleren met de hand.
Tom stak zijn hand uit.
- Ze heeft bloemen in haar hand.
- Zij heeft een bloem in haar hand.
Geef het wapen aan mij!
- Wat hebt u in uw hand?
- Wat heb je in je hand?
Zij heeft een bloem in haar hand.
Steek eens in alle eerlijkheid je hand op
Aan de andere kant beweert Wendy Kaminer,
met de hand gesneden uit zeldzaam hout,
Ze krijgen ook hulp.
En bedekte mijn hele hand.
Maria woog het in haar hand.
Ze heeft bloemen in haar hand.
Hij kan met beide handen schrijven.
Mijn hand is in warm water.
Ik heb mijn woordenboek niet bij de hand.
Kan je mij de schroevendraaier aangeven?
Kan je me een schroevendraaier aangeven?
Kunt u de benodigde papieren inleveren?
Ze schrijft met de linkerhand.
Ik leef van de hand in de mond.
Ze koopt alleen tweedehands kleding.
Laat mijn hand niet los.
Hij nam me bij de hand.
Zou je mij de hamer kunnen geven?