Translation of "Chinese" in Dutch

- I am Chinese.
- I'm Chinese.

- Ik ben Chinees.
- Ik ben Chinese.

- He studies Chinese.
- He's learning Chinese.
- He's studying Chinese.

- Hij studeert Chinees.
- Hij leert Chinees.

- We study Chinese.
- We're learning Chinese.
- We're studying Chinese.

We leren Chinees.

- She speaks Chinese.
- He speaks Chinese.
- He speaks Standard Chinese.
- She speaks Standard Chinese.

Hij spreekt Chinees.

- He studies Chinese.
- He's studying Chinese.

- Hij studeert Chinees.
- Hij leert Chinees.

- We're learning Chinese.
- We're studying Chinese.

We leren Chinees.

- She speaks Chinese.
- He speaks Chinese.

Hij spreekt Chinees.

- I write Chinese.
- I am writing Chinese.

Ik schrijf in het Chinees.

- I am learning Chinese.
- I'm learning Chinese.

Ik leer Chinees.

- He studies Chinese as well.
- He studies Chinese, too.
- He also studies Chinese.

Hij studeert ook Chinees.

He studies Chinese.

Hij studeert Chinees.

Are you Chinese?

Ben je Chinees?

I am Chinese.

Ik ben Chinees.

She reads Chinese.

Ze leest Chinees.

She writes Chinese.

Ze schrijft Chinees.

I teach Chinese.

Ik onderwijs Chinees.

He's learning Chinese.

Hij leert Chinees.

He speaks Chinese.

Hij spreekt Chinees.

Mary understands Chinese.

Maria verstaat Chinees.

He's studying Chinese.

- Hij studeert Chinees.
- Hij leert Chinees.

They’re not Chinese.

Ze zijn niet Chinees.

I can speak Chinese, but I can't read Chinese.

Ik kan Chinees wel spreken, maar niet lezen.

Europe's Chinese food is nothing like China's Chinese food.

Chinese gerechten in Europa lijken totaal niet op Chinese gerechten in China.

- I don't speak Chinese.
- I do not speak Chinese.

Ik spreek geen Chinees

- Mary understands Chinese.
- Mary understands Mandarin.
- Mary understands Standard Chinese.

Maria verstaat Chinees.

- I am learning Chinese.
- I'm learning Chinese.
- I'm learning Mandarin.

- Ik leer Chinees.
- Ik leer Mandarijn.

What is the difference between simplified Chinese and traditional Chinese?

Wat is het verschil tussen vereenvoudigd Chinees and traditioneel Chinees?

- He studies Chinese as well.
- He is also studying Chinese.

- Hij studeert ook Chinees.
- Hij leert ook Chinees.

- My roommate is learning Chinese.
- My roommate is studying Chinese.

Mijn kamergenoot studeert Chinees.

You study Chinese history.

Je studeert Chinese geschiedenis.

Santa Claus is Chinese.

De kerstman is Chinees.

I can speak Chinese.

Ik kan Chinees spreken.

He can speak Chinese.

Hij kan Chinees spreken.

Because I speak Chinese.

Omdat ik Chinees spreek.

He speaks Chinese fluently.

Hij spreekt vloeiend Chinees.

Do you speak Chinese?

- Spreek je Chinees?
- Spreekt u Chinees?
- Spreken jullie Chinees?

Let's order Chinese takeout.

Laten we Chinees bestellen.

My girlfriend is Chinese.

Mijn vriendin is Chinees.

Are you Chinese, sir?

Bent u Chinees, mijnheer?

It's Chinese to me.

Dat is Chinees voor mij.

Mr. Wang is Chinese.

Mijnheer Wang is een Chinees.

Are you learning Chinese?

Leren jullie Chinees?

He is not Chinese.

Hij is niet Chinees.

Are you Chinese or Japanese?

Ben je Chinees of Japans?

Are they Japanese or Chinese?

Zijn zij Japans of Chinees?

My roommate is learning Chinese.

Mijn kamergenoot studeert Chinees.

Tom doesn't like Chinese food.

Tom houdt niet van Chinees eten.

Where is a Chinese restaurant?

Waar is een Chinees restaurant?

My new girlfriend is Chinese.

Mijn nieuwe vriendin is Chinees.

Where is the Chinese embassy?

Waar is de Chinese ambassade?

This is a Chinese restaurant.

Dat is een Chinees restaurant.

Do you like Chinese cuisine?

Houdt u van de Chinese keuken?

I do not speak Chinese.

Ik spreek geen Chinees

Chinese characters are very beautiful.

Chinese tekens zijn erg mooi.

Auldey is a Chinese brand.

Auldey is een Chinees merk.

He is also studying Chinese.

Hij studeert ook Chinees.

I really like Chinese food.

Ik hou echt van Chinees eten.