Examples of using "Watered" in a sentence and their dutch translations:
Ik gaf er een water.
Mijn ogen tranen.
Tom gaf de bloemen water.
Ze gaf een boom water.
Maria gaf de tuin water.
Ik gaf mijn paard water.
Hij gaf zijn paard water.
Tom gaf zijn paard water.
Zij gaf haar paard water.
Maria gaf haar paard water.
Wij gaven onze paard water.
Zij gaven hun paard water.
Tom gaf de rozen water.
- Ik heb de bloemen water gegeven.
- Ik gaf de bloemen water.
De planten kregen water.
Tom gaf het gazon water.
Tom heeft de tuin water gegeven.
Ze heeft de planten water gegeven.
Het ijs heeft het sap verdund.
- Het gras moet worden gesproeid.
- Het gazon moet worden besproeid.
De whisky is met water verdund.
Mijn ogen tranen.
Het was niet nodig geweest de bloemen water te geven. Net toen ik klaar was, begon het te regenen.