Examples of using "Secrets" in a sentence and their dutch translations:
Iedereen heeft geheimen.
We hebben geen geheimen.
Iedereen heeft geheimen.
Iedereen heeft geheimen.
- Hij heeft ons zijn geheimen verteld.
- Hij heeft ons zijn geheimpjes verteld.
We hebben geen geheimen.
We hebben allemaal onze geheimen.
Het leven is vol geheimen.
Ik kan goed geheimen bewaren.
Tom is niet goed in het bewaren van geheimen.
Ik heb geen geheimen voor jou.
- Het heelal is vol geheimen.
- Het heelal zit vol geheimen.
Ik heb geen geheimen voor jou.
Al hun geheimen werden onthuld.
Kun je goed geheimen bewaren?
Er zijn geen geheimen tussen ons.
Ze konden geen enkel geheim ontdekken.
Tom had niet zijn geheimen aan Maria moeten vertellen.
Archeologie ontdekt de geheimen van het verleden.
Ze heeft haar geheimen mee in het graf genomen.
Ik ben niet goed in geheimen bewaren.
Tom heeft meer geheimen dan ik dacht.
Welke geheimen zullen we nog ontdekken...
Het leven is vol geheimen.
- Het heelal is vol geheimen.
- Het heelal zit vol geheimen.
Een vriend is iemand die alles over je weet en toch nog van je houdt.