Translation of "Quarrel" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Quarrel" in a sentence and their dutch translations:

- Whenever they meet, they quarrel.
- Every time they meet, they quarrel.

Altijd wanneer ze elkaar ontmoeten, hebben ze ruzie.

Whenever they meet, they quarrel.

Altijd wanneer ze elkaar ontmoeten, hebben ze ruzie.

The sisters often quarrel over nothing.

Die zussen maken vaak ruzie zonder reden.

Don't quarrel with him any more.

Maak geen ruzie meer met hem.

He tried to put an end to their quarrel.

- Hij probeerde een eind aan hun onenigheid te maken.
- Hij probeerde een eind aan hun ruzie te maken.

The quarrel originated in rivalry between the two countries.

De ruzie kwam voort uit de rivaliteit tussen de twee landen.

I can't quarrel with my sister because she's too kind.

Ik kan geen ruzie maken met mijn zus want ze is te aardig

He ought to know better than to quarrel with such a fellow.

Hij moest beter weten dan ruzie te maken met zo iemand.

It seemed the quarrel would finally be talked out, when Mark added fuel to the fire by bringing up the question of who was guilty.

Het leek erop dat de ruzie eindelijk uitgepraat zou worden, toen Mark olie op het vuur gooide door te beginnen over de vraag wie de schuldige was.