Examples of using "Whenever" in a sentence and their dutch translations:
Kom wanneer je wilt.
Wanneer ik reis
- Kom wanneer ge maar wilt.
- Kom wanneer je wilt.
Kom wanneer het je uitkomt.
- Kom wanneer ge maar wilt.
- Kom wanneer je wilt.
herbebossing waar mogelijk,
Ze probeerde hem zo veel mogelijk te ontwijken.
Altijd wanneer ze elkaar ontmoeten, hebben ze ruzie.
Ge kunt komen wanneer ge maar wilt.
Ze deden dat wanneer ze maar konden.
Wanneer ik bloed zie, voel ik me slecht.
Wanneer ik je ook zie, ben ik gelukkig.
Wanneer we elkaar ook tegenkwamen, nooit waren we het ergens over eens.
Mijn tandvlees bloedt wanneer ik ook mijn tanden flos.
naar elk nummer dat we willen wanneer we maar willen.
Steeds wanneer ik iets vind dat me bevalt, is het te duur.
Altijd wanneer Tom en ik oogcontact maken slaat hij verlegen zijn ogen neer.
Wanneer ik Tom zie, moet ik altijd aan zijn vader denken.
Ik heb je gezegd dat je mag komen wanneer het je maar uitkomt.
Altijd als hij me ziet, doet hij alsof hij me niet kent.
Het avondeten is klaar, we kunnen eten wanneer we willen.
Als je een lening aangaat, lees dan zeker de kleine lettertjes.
Telkens als ik naar dit lied luister moet ik aan zijn glimlach denken.
Telkens als hij in Tokio komt, brengt hij de nacht bij ons door.
Tom houdt van zombiefilms en bekijkt ze wanneer hij maar kan.
Kom wanneer ge maar wilt.
Altijd wanneer ze elkaar ontmoeten, hebben ze ruzie.
Telkens als hij hier komt, bestelt hij hetzelfde gerecht.
Telkens wanneer ik hem zie, herinnert hij me aan mijn overleden grootvader.
Zo irritant... Nu krijg ik hoofdpijn telkens wanneer ik de computer gebruik!
Als ik een brief van u ontvang, vergeet ik alle problemen.
Steeds wanneer ik naar deze foto kijk, herinner ik me die gelukkige dagen in het dorp.
bij elke stap moest vechten, waar mogelijk tegenaanval en verzet bood
Als het zo mooi regent, denk ik terug aan ons beiden, enkele jaren geleden.
Telkens als hij hier komt, bestelt hij hetzelfde gerecht.
Ik had ooit een meester, die gooide vaak een krijtje als er iemand niet op zat te letten, en dat moest je dan naar hem terugbrengen.
Ik huil iedere keer als ik dat lied hoor.
Mijn geduchte grootmoeder was zo'n pietje-precies als het om taal ging, dat telkens als ze iemand hoorde vragen: "Kan ik ...", ze onderbrak en antwoordde: "Ik weet het niet. Kan je? Als je jezelf niet kent, hoe zou ik dan weten waartoe je in staat bent? Als je om toestemming vraagt, zeg dan 'Mag ik ...'."