Translation of "Nothing" in Dutch

0.013 sec.

Examples of using "Nothing" in a sentence and their dutch translations:

Nothing smart. Nothing inspirational.

Niks slims. Niks inspirerends.

Nothing ventured, nothing gained.

- Wie niet waagt, die niet wint.
- Wie niet waagt, niet wint.

- Nothing much.
- Nothing much!

Niks bijzonders.

Nothing comes from nothing.

Uit niets komt niets.

nothing.

... niets.

Nothing!

Niks!

- Nothing happened.
- Nothing has happened.

- Niets gebeurd.
- Er is niks gebeurd.

- Nothing lasts forever.
- Nothing is forever.
- Nothing is permanent.

Niets duurt voor eeuwig.

- There's nothing there.
- There is nothing here.
- Nothing is here.

Er is hier niets.

Those who possess nothing lose nothing.

Wie niets bezit, heeft niets te verliezen.

He who risks nothing, gains nothing.

Wie niet waagt, niet wint.

- He has nothing.
- She has nothing.

- Hij heeft niets.
- Ze heeft niets.

He who has nothing, is nothing.

Wie niets heeft, is niets.

Nothing happened.

Niets gebeurd.

Nothing new.

Niks nieuws.

Nothing special.

Niets bijzonders.

Say nothing.

- Zeg niets!
- Zeg niets.

Nothing much.

Niks bijzonders.

Nothing changed.

Er is niets veranderd.

Nothing changes.

Niets verandert.

Fear nothing.

Vrees niets.

If you risk nothing, you gain nothing.

Wie niet waagt, die niet wint.

- There's nothing there.
- There is nothing there.

Daar is niets te vinden.

- There is nothing here.
- There's nothing here.

Er is hier niets.

- It's all or nothing.
- All or nothing.

- Het is alles of niets.
- Alles of niets.

- Better than nothing.
- Something is better than nothing.
- That's better than nothing.

Beter een half ei dan een lege dop.

- Nothing is the matter with me.
- I have nothing.
- I got nothing.

Ik heb niets.

- Without you I am nothing.
- Without you, I am nothing.
- Without you, I'm nothing.
- I'm nothing without you.
- I am nothing without you.

Zonder jou ben ik niets.

- He who risks nothing, gains nothing.
- Nothing ventured, nothing gained.
- One who doesn't take risks will not win.

- Wie niet waagt, die niet wint.
- Wie niet waagt, niet wint.
- Wie geen risico neemt, die wint niets.

- Without you I am nothing.
- Without you, I am nothing.
- Without you, I'm nothing.
- I'm nothing without you.

Zonder jou ben ik niets.

- Without you, I am nothing.
- Without you, I'm nothing.
- I'm nothing without you.

- Zonder jou ben ik niets.
- Zonder u ben ik niets.

- Without you, I'm nothing.
- I'm nothing without you.
- I am nothing without you.

- Zonder jou ben ik niets.
- Zonder u ben ik niets.

- Nothing ventured, nothing gained.
- No risk, no reward.

- Wie niet waagt, die niet wint.
- Wie niet waagt, niet wint.

- Better than nothing.
- Something is better than nothing.

- Beter een half ei dan een lege dop.
- Iets is beter dan niets.
- Beter iets dan niets.

If you have nothing to say, say nothing.

- Als ge niets te zeggen hebt, zeg dan niets.
- Als je niets te zeggen hebt, zeg dan niets.

- Without you I am nothing.
- Without you, I am nothing.
- Without you, I'm nothing.

- Zonder jou ben ik niets.
- Zonder u ben ik niets.

I have nothing.

Ik heb niks.

Oh no, nothing.

O nee, niks.

Tells you nothing.

vertelt je niets.

There's nothing here.

Er is hier niets.

It was nothing.

Niets te danken!

They give nothing.

Zij geven niets.

Nothing really matters.

Niets doet er echt toe.

I saw nothing.

Ik heb niets gezien.

I fear nothing.

Niets maakt me bang.

Nothing scares me.

- Ik ben van niets bang.
- Niets maakt me bang.

Nothing lasts forever.

- Niets duurt voor eeuwig.
- Niets is voor eeuwig.
- Niets duurt eeuwig.
- Niets is blijvend.

This is nothing.

Dit is niets.

Nothing is missing.

Er ontbreekt niets.

I did nothing.

- Ik deed niets.
- Ik heb niks gedaan.

Nothing was wrong.

Alles was goed.

I've heard nothing.

Ik heb niets gehoord.

Nothing in excess.

Overdaad schaadt.

It's nothing serious.

Het is niets ernstigs.

All or nothing.

Het is alles of niets.

Nothing had moved.

- Er was niets bewogen.
- Er bewoog niets.

Tom saw nothing.

Tom heeft niets gezien.

He has nothing.

Hij heeft niets.

She has nothing.

Ze heeft niets.

Mary has nothing.

Maria heeft niets.

I know nothing.

Ik weet niets.

I do nothing.

Ik doe niets.

He said nothing.

Hij zei niets.

We lack nothing.

- Het ontbreekt ons aan niets.
- We hebben niets tekort.
- We missen niets.

We've seen nothing.

We hebben niets gezien.

Nothing went wrong.

Er ging niets mis.

They found nothing.

- Ze vonden niks.
- Ze vonden niets.

They know nothing.

Zij weten niets.

I've done nothing.

Ik heb niks gedaan.

Nothing came up.

- Het heeft niets opgeleverd.
- Er kwam niets naar boven.

Nothing makes sense.

- Er klopt niets.
- Het slaat nergens op.

Nothing was funny.

Niets was grappig.