Examples of using "Parent" in a sentence and their dutch translations:
Hallo ouder!
De ouder van een ouder is een grootouder.
Ik ben geen ouder.
Geen leraar, geen ouder, geen mens
Het is niet gemakkelijk een ouder te zijn, wel?
Tom ging naar het ouderspreekuur.
Mijn moeder werkte heel hard
Hoe zou je je non-binaire ouder noemen?
Het is niet gemakkelijk een ouder te zijn, wel?
De vader van een ouder is een grootvader.
De moeder van een ouder is een grootmoeder.
De broer van een ouder is een oom.
De zus van een ouder is een tante.
- De schoonbroer van een ouder is een oom.
- De zwager van een ouder is een oom.
- De schoonzus van een ouder is een tante.
- De zwagerin van een ouder is een tante.
- De zwageres van een ouder is een tante.