Translation of "Worked" in Dutch

That worked.

- Dat werkte.
- Dat had gewerkt.

She worked.

Zij werkte.

I worked.

Ik werkte.

Tom worked.

- Tom heeft gewerkt.
- Tom werkte.

It worked.

Het werkte.

He worked.

Hij werkte.

Mennad worked.

Mennad heeft gewerkt.

- I worked all night.
- I've worked all night.

Ik heb de hele nacht doorgewerkt.

He worked hard.

- Hij heeft hard gewerkt.
- Hij werkte hard.

Tom worked overtime.

- Tom maakte overuren.
- Tom heeft overuren gemaakt.

It almost worked.

- Het werkte bijna.
- Het heeft bijna gewerkt.

My plan worked.

Mijn plan werkte.

We worked together.

- Wij werkten samen.
- Wij hebben samen gewerkt.

She worked hard.

Ze werkte hard.

Tom worked diligently.

Tom werkte ijverig.

- That would've worked, too.
- That would have worked, too.

Dat had ook gewerkt.

They worked like bees.

Ze werkten als bijen.

I worked all night.

Ik heb de hele nacht doorgewerkt.

We worked for him.

Wij werkten voor hem.

That would've worked, too.

Dat had ook gewerkt.

She worked in Belgium.

Ze werkte in België.

Tom worked in Australia.

Tom werkte in Australië.

I worked in Australia.

- Ik heb in Australië gewerkt.
- Ik werkte in Australië.

Tom has worked hard.

Tom heeft hard gewerkt.

The new plan worked well.

Het nieuwe plan werkte goed.

He should have worked harder.

Hij had harder moeten werken.

Tom worked day and night.

- Tom werkte dag en nacht.
- Tom heeft dag en nacht gewerkt.

I worked on a farm.

Ik werkte op een boerderij.

She worked through the night.

Ze heeft de hele nacht doorgewerkt.

Nobody worked in my country.

Niemand werkte in mijn land.

I worked a lot today.

Ik heb vandaag veel gewerkt.

Tom worked at a hospital.

Tom werkte in een ziekenhuis.

- Tom worked.
- Tom was working.

- Tom heeft gewerkt.
- Tom werkte.

I worked hard last month.

Ik heb hard gewerkt de laatste maand.

Tom has worked in Australia.

Tom heeft in Australië gewerkt.

I worked in this factory.

- Ik heb in deze fabriek gewerkt.
- Ik werkte in deze fabriek.

You worked more than me.

Jij hebt meer gewerkt dan ik.

I worked with those guys.

Ik heb met die kerels gewerkt.

I worked in a restaurant.

- Ik werkte in een restaurant.
- Ik heb in een restaurant gewerkt.

Tom worked as a dishwasher.

Tom werkte als afwasser.

Sami worked at a restaurant.

- Sami werkte in een restaurant.
- Sami heeft in een restaurant gewerkt.

Sami worked in the kitchen.

Sami werkte in de keuken.

- It was working.
- It worked.

Het werkte.

- I worked a lot this week.
- I have worked a lot this week.

Ik heb veel gewerkt deze week.

- Tom has worked for me for three years.
- Tom worked three years for me.

Tom heeft drie jaar voor mij gewerkt.

Oh look at that! That's worked.

Kijk, het werkt.

She must have worked very hard.

Ze moet wel erg hard gewerkt hebben.

Tom worked from dawn to dusk.

- Tom werkte van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat.
- Tom heeft van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat gewerkt.

I worked a lot this week.

Ik heb veel gewerkt deze week.

You worked more than I did.

Je hebt meer gewerkt dan ik.

Tom hasn't worked in three months.

Tom heeft al drie maanden niet gewerkt.

I once worked in a restaurant.

Ik heb ooit in een restaurant gewerkt.

I'm glad it all worked out.

Ik ben blij dat het allemaal opgelost is.

I've worked here for ten years.

Ik heb hier tien jaar gewerkt.

They worked like so many bees.

Ze werkten als bijen.

I'm just glad everything worked out.

Ik ben zo blij dat alles goed ging.

I have worked in this factory.

Ik heb in deze fabriek gewerkt.

He worked for a rich man.

Hij werkte voor een rijke man.

They worked jointly on this project.

Ze werkten samen aan dit project.

We've worked really hard on this.

We hebben hier heel hard aan gewerkt.

Sami worked there for six months.

Sammy heeft daar zes maanden gewerkt.

My brother always worked with lawyers.

Mijn broer werkte altijd met advocaten.

Okay. Well, this has worked pretty well.

Dit werkt vrij goed.

Okay well, this has worked pretty well.

Dit werkt vrij goed.

The jump worked, it was deep enough.

De sprong ging goed, het was diep genoeg.

Okay, here we go. Well, that worked!

Oké, daar gaan we. Dat werkte.

What she worked on most, she said,

Zij werkte vooral, zei ze,