Examples of using "Easy" in a sentence and their dutch translations:
Het is simpel.
Zo gewonnen, zo geronnen.
Het was makkelijk.
- Het lijkt makkelijk.
- Het lijkt eenvoudig.
- Ontspan u!
- Rustig aan.
- Rustig maar.
- Kalm aan.
Het was makkelijk.
- Dit is makkelijk.
- Dit is eenvoudig.
- Het is makkelijk.
- Het is eenvoudig.
- Het is simpel.
- Het is makkelijk.
- Het is simpel.
Met mij is het makkelijk.
Het is simpel.
Rustig aan, knul.
Dit zal makkelijk zijn.
Het is een fluitje van een cent.
- Dit is makkelijk.
- Dit is eenvoudig.
- Het is makkelijk.
Dit zal makkelijk zijn.
Zwemmen is gemakkelijk.
Dit is heel gemakkelijk!
Nee, het is niet makkelijk.
Niet altijd eenvoudig.
Omdat dat gemakkelijk is.
Het is gemakkelijk!
- Het leven gaat niet altijd over rozen.
- Het leven is niet makkelijk.
- Het leven valt niet mee.
Het leek makkelijk.
- Doe het rustig aan!
- Doe het rustig!
Het was makkelijk.
Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinwinkel.
Spaans is makkelijk.
Het was makkelijk.
Het lijkt makkelijk.
Het is gemakkelijk geld.
Zwemmen is gemakkelijk.
Het is een makkie.
- Het lijkt makkelijk.
- Het lijkt eenvoudig.
Engels spreken is niet makkelijk.
- Het antwoord was gemakkelijk.
- Het antwoord was makkelijk.
Deze vraag is niet makkelijk.
Esperanto is gemakkelijk uit te spreken.
Engels spreken is niet makkelijk.
Engels spreken is niet makkelijk.
Reizen is vandaag de dag gemakkelijk.
Het wordt niet makkelijk.
Rustig aan, jongens.
Is het antwoord niet eenvoudig?
Het antwoord was makkelijk.
De tweede les is gemakkelijk.
Het is een gemakkelijke keuze.
Het was te makkelijk.
De overwinning is gemakkelijk.
- Engels spreken is niet makkelijk.
- Engels spreken valt niet mee.
Dit boek was gemakkelijk.
Het boek is makkelijk.
Pasta koken is makkelijk.
- Doe het rustig aan!
- Ontspan u!
- Ontspan je!
Dit zal makkelijk zijn.
Dit is heel gemakkelijk!
- Dit is geen gemakkelijke vraag.
- Dat is geen makkelijke vraag.
Het is makkelijk te leren.
Is de toets makkelijk?
- Frans leren is niet makkelijk.
- Frans leren valt niet mee.
Doe alsjeblieft rustig aan.
- Afvallen is niet makkelijk.
- Afvallen valt niet mee.
Dat boek is makkelijk.
Engels is niet makkelijk voor mij.
Frans is geen makkelijke taal.
Het was niet makkelijk Toms huis te vinden.
Lesgeven aan jonge kinderen is niet makkelijk.
Het is heel gemakkelijk!
Engels is eenvoudig te leren.
Drink niet zoveel bier.
Ik vond het spel gemakkelijk.
Tatoeba is makkelijk te gebruiken.
Kaas is niet licht verteerbaar.
Engels is niet makkelijk voor mij.
Probeer het rustig aan te doen.