Examples of using "November" in a sentence and their dutch translations:
Klaar voor november?
Was de afgelopen maand november?
Mijn verjaardag is op tien november.
De maand november is een herfstmaand in het noordelijk halfrond.
Ik zou graag aanwezig zijn op het feest de eerste november.
Ik zou graag aanwezig zijn op het feest de eerste november.
In november oogst men de olijven van de bomen om er olie van te maken.
Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december.
Maar een paar maanden later vernietigde het Nederlands hoogste administratieve rechtscollege
De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december.
We vieren 28 november als Tatoebadag, omdat het de dag is waarop Turks, Esperanto en Grieks werden toegevoegd.
De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.
Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.
In november 2013 startten de Verenigde Staten, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk een publiek-private samenwerking om bosgebieden in ontwikkelingslanden te ondersteunen, met als doel het reduceren van emissie door ontbossing en het stimuleren van duurzame landbouw.
Ik hoop in contact te komen met andere Esperantisten via de radio, want ik ben radio-amateur. Mijn roepnummer is F5NQW.
Wereldwijd was de twaalfmaandsperiode van november 2018 tot oktober 2019 0,56°C warmer dan het gemiddelde over 1981-2010. De warmste twaalfmaandsperiode was van oktober 2015 tot september 2016, met een temperatuur die 0,66°C boven het gemiddelde lag. 2016 is het warmste kalenderjaar ooit, met een wereldwijde temperatuur die 0,63°C boven die van 1981-2010 lag.