Translation of "Item" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Item" in a sentence and their dutch translations:

Now we come to the first agenda item.

We komen nu aan het eerste punt van de dagorde.

The first item he bought was an alarm clock.

Het eerste ding dat hij kocht was een wekker.

The above-mentioned mail item has been duly delivered.

Die hierboven vermelde zending werd behoorlijk afgeleverd.

No item in this shop costs more than one real.

Geen enkel artikel in deze winkel kost meer dan één real.

A sideboard is a long, low, flat-topped item of dining room furniture, usually made of wood, used to store china and linens.

Een dressoir is een lang, laag, afgeplat meubelstuk voor de eetkamer, dat meestal van hout is gemaakt en wordt gebruikt om porselein en linnengoed in op te bergen.