Examples of using "Iceland" in a sentence and their dutch translations:
IJsland was fantastisch.
Zij komen uit IJsland.
IJsland behoorde tot Denemarken.
IJsland heeft veel vulkanen.
IJsland is een eiland.
Ongeveer 320.000 mensen wonen in IJsland. De hoofdstad van IJsland is Reykjavik.
zijn geschreven , meestal in het verre IJsland.
IJsland behoorde vroeger toe aan Denemarken.
IJsland wordt "Ísland" genoemd in het IJslands.
Wat is het minimumloon in IJsland?
Reykjavik is de hoofdstad van IJsland.
Ik wil graag in IJsland wonen.
Moet IJsland lid worden van de EU?
IJsland heeft een van de kleinste moslimgemeenschappen ter wereld.
Meer dan acht procent van de IJslandse bevolking is momenteel in Frankrijk om hun nationale team te zien spelen op het Europees kampioenschap. IJsland is momenteel zo verlaten dat het op IJsland lijkt.
IJsland is een eilandstaat in de Noord-Atlantische Oceaan tussen Groenland, de Faeröer en Noorwegen.
Wij, de mensen die IJsland bewonen, willen een rechtvaardige samenleving creëren waarin iedereen gelijke kansen heeft.