Examples of using "Frank" in a sentence and their dutch translations:
Laten we eerlijk zijn.
Tom is nogal openhartig.
Hoe gaat het met u de laatste tijd, Franko?
Tom en Frank zijn goede vrienden.
Wil je echt dat ik eerlijk ben?
Ik bewonder een persoon die een eerlijke mening uitdrukt.
Die man die een uur geleden belde, was Frank.
Laat ons eerlijk zijn.
Om negen uur 's avonds bezochten we het Anne Frank Huis.
Tom was oprecht.