Translation of "Doubts…" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Doubts…" in a sentence and their dutch translations:

Tom doubts.

Tom twijfelt.

I had doubts.

Ik had mijn twijfels.

I have no doubts.

Ik heb geen enkele twijfel.

I had no doubts.

Ik twijfelde niet.

I have my doubts.

Ik heb mijn twijfels.

His words gave rise to doubts.

Zijn woorden gaven aanleiding tot twijfel.

I have doubts about his popularity.

Ik heb twijfels over zijn populariteit.

- I have my doubts.
- I'm hesitant.

Ik heb mijn twijfels.

I have my doubts about that.

Ik heb mijn twijfels wat dat betreft.

I had my doubts from the get-go.

Ik had vanaf het begin al mijn twijfels.

- In a way you are right, but I still have doubts.
- In a way you're right, but I still have doubts.

Ergens hebt ge gelijk, maar ik heb nog mijn twijfels.

To have doubts about oneself is the first sign of intelligence.

Aan zichzelf twijfelen is het eerste teken van intelligentie.

- The members of the family had grave doubts regarding the explanation they received from the army.
- The family had grave doubts regarding the explanation they got from the army.
- The family had grave doubts regarding the explanation it received from the army.

De familie had ernstige twijfel bij de uitleg van het leger.

- I wouldn't be so sure about that.
- I have my doubts about that.

Ik zou daar niet zo zeker van zijn.