Examples of using "Departure" in a sentence and their dutch translations:
Hij besloot zijn vertrek uit te stellen.
Hij heeft zijn vertrek uitgesteld tot morgen.
Hij besloot zijn vertrek uit te stellen.
We stelden ons vertrek uit vanwege de storm.
We stelden ons vertrek uit vanwege de storm.
Vertrek niet te laat wegens mij.
- Het spijt mij dat ge weggaat.
- Het spijt me dat je weggaat.