Examples of using "Dating" in a sentence and their dutch translations:
- We zijn aan het daten.
- Wij daten.
Stop met losers te daten!
- Wij daten niet.
- Wij zijn niet aan het daten.
- Zij waren aan het daten.
- Ze dateten.
- Sami datete.
- Sami was aan het daten.
Daten is verwarrend.
- Ik ga uit met Tom.
- Ik date met Tom.
- Ik ben met Tom aan het daten.
- Ik ga nu met Tom uit.
- Ik date nu met Tom.
Zijn jullie nu een koppel?
Zijn jullie twee een stel?
Zijn jullie niet meer samen?
- Sami ging uit met die trut.
- Sami datete die teef.
Mary ging met een jongere man uit.
Ik heb verkering met een meisje genaamd Maria.
Ik denk dat Tom en Mary verkering hebben.
- Tom gaat met een Chinese uitwisselingsstudent.
- Tom gaat uit met een Chinese uitwisselingsstudent.
Zijn jullie dan geen stel meer?
Dat betekent in feite dat al je datinggeschiedenis
- Ben jij Toms vriendin?
- Ben jij Tom zijn vriendin?
Fadil is begonnen met het daten van een moslimmeisje uit Egypte.
Is het waar dat Tom uitgaat met een Japans meisje?
Zijn jullie niet meer samen?
Hoewel online daten in 17 jaar behoorlijk geƫvolueerd is,
Tom had nooit enig besef dat Maria en John aan het daten waren.
Tom is begonnen een nieuw meisje te daten, maar hij heeft het nog niet aan Maria verteld.
Hoelang bent u al samen?