Translation of "Stop" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Stop" in a sentence and their dutch translations:

Stop, stop, stop!

Stop.

Stop, stop!

Stop.

Stop! Stop!

Stop.

- Stop!
- Stop.

- Stop!
- Hou op!
- Hou daarmee op!
- Geen beweging!
- Halt!
- Blijf stilstaan!
- Stop.

Stop, stop, stop! [grunts] Wow.

Stop. Wow.

- Stop yelling.
- Stop yelling!
- Stop shouting.

Stop met schreeuwen.

- Stop that!
- Stop that.

- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!
- Laat dat!

- Stop talking.
- Stop talking!

- Stop met praten.
- Stop met kletsen.
- Kop dicht!

- Stop yelling!
- Stop screaming.

Stop met roepen!

- Stop complaining!
- Stop complaining.

Stop met klagen.

- Stop him!
- Stop him.

Stop hem.

- Stop her!
- Stop her.

- Stop haar!
- Hou haar tegen!

- Stop shooting.
- Stop shooting!

Stop met schieten.

- Stop moving!
- Stop moving.

Stop met bewegen!

- Stop laughing.
- Stop laughing!

Stop met lachen!

- Stop crying.
- Stop crying!

- Stop met huilen.
- Stop met huilen!

- Please stop.
- Please stop!

- Stop, alstublieft.
- Hou alsjeblieft op.

- Don't stop.
- Don't stop!

- Niet stoppen.
- Stop niet.
- Niet ophouden.

- Stop frowning!
- Stop frowning.

Stop met fronsen.

- Stop that!
- Stop it!

- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!
- Stop daarmee!

- Stop it!
- Stop it.

Hou daar toch mee op.

- Stop yelling.
- Stop yelling!

- Stop met roepen!
- Hou op met schreeuwen!

- Stop gawking.
- Stop staring.

Stop met staren.

- Stop whining.
- Stop complaining.

Stop met zeuren.

- Please stop.
- Please, stop.

- Stop, alstublieft.
- Hou alsjeblieft op.
- Stop, alsjeblieft.

- Stop overreacting.
- Stop exaggerating.

Stop met overdrijven.

- Cut it out!
- Stop!
- Stop that!
- Stop it!
- Stop doing that.

- Hou op!
- Hou daarmee op!

- Stop it right now!
- Stop that immediately.
- Stop immediately.
- Stop right now.

Je moet onmiddellijk ophouden!

Stop!

- Stop!
- Geen beweging!
- Halt!
- Blijf stilstaan!

- Stop doing that.
- Stop that.

- Hou daarmee op.
- Hou ermee op.
- Stop ermee.

- Stop saying that!
- Stop saying that.

- Stop met dat te zeggen!
- Hou op met dat te zeggen!

- Stop harassing me.
- Stop harassing me!

- Laat me met rust.
- Stop met me lastig te vallen.

- Stop bothering me!
- Stop bothering me.

Laat me met rust!

Please stop at the bus stop.

Stopt u alstublieft op de halte.

- Stop joking around.
- Stop fooling around.

Stop met spelletjes spelen.

- Stop insulting me!
- Stop insulting me.

Stop met mij te beledigen!

- Leave it!
- Stop that!
- Stop it!

- Laat het achter.
- Laat het liggen.
- Geef het op!
- Laat maar!
- Laat het!
- Laat maar zitten!
- Laat dat!

- Stop talking.
- Quit chattering.
- Stop talking!

Stop met kletsen.

- Stop it this minute!
- Stop it right now!
- Stop right now!

- Je moet onmiddellijk ophouden!
- Stop daar onmiddellijk mee!

First: stop.

Ten eerste: Stop.

Stop grumbling.

Hou op met morren.

Stop smoking.

Stop met roken.

Stop studying!

Stop met studeren!

Stop! Thief!

- Stop! Dief!
- Hou de dief!

Stop worrying.

Maak je geen zorgen.

Now, stop!

Nu, stop!

Stop her!

- Stop haar!
- Hou haar tegen!

Stop filming.

Stop met filmen.

Stop reading.

Stop met lezen.

Stop yelling!

Hou op met schreeuwen!

Stop staring.

Stop met staren.

Stop resisting!

Hou op met je te verzetten!

Stop whining.

- Stop met zeuren.
- Hou op met klagen.

Stop trying.

Hou op met proberen.

Stop there.

Stop daar.

Stop them.

Hou ze tegen.

Stop squabbling.

Stop met kibbelen.

Stop pushing.

- Stop met duwen.
- Hou op met duwen.

Stop here.

Stop hier.

Stop fighting!

Stop met vechten!

Stop babbling.

- Hou op met babbelen.
- Stop met babbelen.

Stop apologizing.

- Hou op met je te verontschuldigen.
- Stop met je excuses aan te bieden.
- Stop met verontschuldigen.

I'll stop.

Ik zal stoppen.

Stop him!

Stop hem!

Stop dreaming.

Stop met dromen.

Stop whimpering.

Stop met jammeren.

Sam, stop!

Sam, hou op!

Stop screaming.

Stop met schreeuwen.

Stop daydreaming.

Stop met dagdromen.

Stop immediately.

Hou onmiddellijk op.

Stop gossiping.

Stop met roddelen.

Stop thief!

Houd de dief!

Stop Tom.

Stop Tom.

Stop singing.

Stop met zingen.

Stop shouting.

Stop met schreeuwen.

Stop pouting!

- Stop met pruilen!
- Hou op met pruilen!

Stop running!

Stop met rennen!

Stop exaggerating.

- Stop met overdrijven.
- Overdrijf niet zo.
- Hou op met overdrijven.