Examples of using "Careful" in a sentence and their dutch translations:
- Wees voorzichtig.
- Pas op!
- Voorzichtig!
- Pas op!
- Wees alsjeblieft voorzichtig.
- Wees alstublieft voorzichtig.
Wees voorzichtig.
We zijn voorzichtig.
- Kijk uit voor de trappen!
- Let op, trappen!
- Voorzichtig, alsjeblieft.
- Voorzichtig, alstublieft.
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Geef acht!
- Wees voorzichtig.
- Pas nu op!
- Attentie!
- Opgepast!
- Pas op!
- Kijk uit.
- Je moet behoedzaam zijn.
- Je moet voorzichtig zijn.
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Opgepast!
- Pas op!
- Kijk uit.
Wees heel voorzichtig.
Ik was voorzichtig.
Wees nu voorzichtig.
Tom is voorzichtig.
Wees gewoon voorzichtig.
Tom, wees voorzichtig!
Ik ben heel voorzichtig.
Voorzichtig! Kijk uit!
Wees wel voorzichtig.
Laten we voorzichtig zijn!
Kijk uit!
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Pas op!
- Kijk uit.
Pas op, Tom!
Ik zal voorzichtig zijn.
Ik zal heel voorzichtig zijn.
Wees voorzichtig de volgende keer.
Ik moet voorzichtig zijn.
Je moet voorzichtig zijn.
- Wees voorzichtig met wat je zegt!
- Let op je woorden!
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Geef acht!
- Pas op!
- Kijk uit.
Hij is heel voorzichtig.
Ik ben voorzichtig.
We waren heel voorzichtig.
Maar wees alstublieft voorzichtig!
Tom was niet al te voorzichtig.
- Je zou voorzichtig moeten zijn.
- Jullie zouden voorzichtig moeten zijn.
- U zou voorzichtig moeten zijn.
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Geef acht!
- Wees voorzichtig.
- Pas nu op!
- Attentie!
- Opgepast!
- Pas op!
- Kijk uit.
Ik zal heel voorzichtig zijn.
- Je moet voorzichtig zijn.
- U moet voorzichtig zijn.
- Jullie moeten voorzichtig zijn.
- Wees voorzichtig!
- Pas op!
Wees voorzichtig tijdens het reizen.
Pas op, de hond bijt!
Wees voorzichtig de volgende keer.
Wees voorzichtig. Het is glad.
- U zou beter wat voorzichtiger zijn.
- Je moet voorzichtiger zijn.
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Pas op!
Tom zou voorzichtiger moeten zijn.
Je moet beter opletten.
Je moet voorzichtig zijn.
Tom moet voorzichtiger zijn.
Je moet beter opletten.
Hij moet oppassen.
Je moet voorzichtiger zijn.
Pas op!
Pas op dat ge niet valt!
Tom is altijd extreem voorzichtig.
Wees voorzichtig met wat je zegt!
Ik moet voorzichtig zijn.
We moeten heel voorzichtig zijn.
- Voorzichtig, slangen!
- Let op, slangen!
Tom zou voorzichtiger moeten zijn.
Je moet behoedzaam zijn.
Doe voorzichtig. Het is erg brandbaar.
Pas op. Het is erg pikant.
Wees voorzichtig op die rotsen.
Wees voorzichtig op de weg naar huis.
Pas op! De soep is erg heet!
Ik denk dat Tom voorzichtig zal zijn.
Voorzichtig, tot de rand.
Wetenschap is gebaseerd op behoedzame observatie.
Jullie zouden best voorzichtiger zijn.
Ik moet beter oppassen.
Men is nooit te voorzichtig.
Tom is een heel voorzichtige chauffeur.
Probeer tenminste voorzichtig te zijn.
Pas op, het is een gevaarlijk kruispunt.