Examples of using "Baggage" in a sentence and their dutch translations:
Mijn bagage ontbreekt.
Hij had drie stuks bagage.
Waar kan ik mijn bagage ophalen?
Laat me u even helpen met uw bagage.
We laadden onze bagage in de auto.
Plak dit etiket op uw bagage.
- Wat heb je met mijn bagage gedaan?
- Wat heeft u met mijn bagage gedaan?
Waar is je bagage?
Ik wil weten of mijn bagage nog aankomt.
Ik wil weten wanneer mijn bagage zal aankomen.
Kunt u mij vertellen waar ik de bagage voor vlucht JL 123 kan vinden?
Ik hielp hem zijn bagage naar boven te dragen.