Examples of using "Awkward" in a sentence and their dutch translations:
Het is gênant.
- Zij is onhandig.
- Zij is onbeholpen.
Tom ziet er ongemakkelijk uit.
Tom schijnt ongemakkelijk te zijn.
- Tom is onbeholpen.
- Tom is onhandig.
- Dat was vreemd.
- Dat was raar.
- Dat was gênant.
Dit is gênant.
Ik voelde me ongemakkelijk.
Ik voelde me zeer ongemakkelijk.
- Dit is uiterst gênant.
- Dit is erg gênant.
Dat zou ongemakkelijk zijn.
Ik voel me een beetje ongemakkelijk.
- Dit is gênant.
- Het is gênant.
Tom voelde zich ongemakkelijk.
Druist deze zin in tegen jouw taalgevoel?
Dat was lastig... ...een glibberige en vreemde klim...
Dat zou ongemakkelijk zijn.
Met sneeuw tot aan mijn middel. Het is erg ongemakkelijk.
Tom ziet er ongemakkelijk uit.
Zeehonden zijn onhandig en lomp op het land, maar heel sierlijk in het water.
- Dat is vreemd.
- Het is vreemd.
- Dat is raar.
- Het is raar.