Examples of using "Awake" in a sentence and their dutch translations:
Tom is wakker.
Hij is wakker.
Blijf wakker.
Ik ben wakker.
Nu is vader wakker.
...nieuwe werelden.
De baby is wakker.
Ze is wakker.
Hij is wakker.
Ben je wakker?
Wie is er nog wakker?
Tom was wakker.
Tom is wakker.
Ik ben nu helemaal wakker geworden.
Ik ben wakker.
Koffie houdt me wakker.
Is Tom al wakker?
Ben je echt wakker?
Is Tom nog steeds wakker?
Waarom ben je wakker?
Ben je al gewekt?
Probeer wakker te blijven.
Ik kan niet wakker blijven.
...die nog klaarwakker is. Zimbabwe.
Ik zie dat je wakker bent.
Waarom slaapt Tom nog niet?
Waarom ben je nog wakker?
Tom bleef de hele nacht wakker.
We moeten wakker blijven.
We zijn niet aan het slapen.
Er was nog niemand wakker.
Tom is wakker, maar Maria niet.
Ik denk niet dat Tom wakker is.
Ik denk dat ik de enige ben die wakker is.
Op dat moment was ik nog wakker.
Is Tom nog steeds wakker?
Tom is wakker.
Ik kon de hele nacht niet slapen.
Ik dronk een kop thee om wakker te blijven.
Ze zullen moeten wakker worden voor vijf uur morgenochtend.
Het geluid van het zwaar verkeer heeft mij heel de nacht wakker gehouden.
John heeft de gewoonte tot laat in de nacht wakker te blijven.
Ben je nog steeds wakker?
MW: Als je te lang wakker in bed blijft liggen,
Een opengebroken hart is alert en levend en roept op tot actie.
Het was duizenden keren wakkerder en intelligenter dan ik.
- Ik zag dat je licht aan was en wist dat je nog wakker was.
- Ik zag dat jullie licht aan was en wist dat jullie nog wakker waren.
Vrouwen houden van mannen zoals ze van koffie houden: sterk en vurig om hen de hele nacht wakker te houden.
Ondanks dat het middernacht is, zijn de kinderen nog op.