Examples of using "Argue" in a sentence and their dutch translations:
Geen ruzie maken.
Stop met ruziemaken.
Waarom hadden ze ruzie?
- Ze maken nogal vaak ruzie.
- Ze vliegen mekaar nogal vaak in de haren.
Ze maken nogal vaak ruzie.
- Mijn ouders maken vaak ruzie.
- Mijn ouders hebben vaak ruzie.
Over smaken valt niet te discussiëren.
Als zij begint te discussiëren, barst zij los.
- Ik wil hierover niet discussiëren.
- Ik heb geen zin om hierover te discussiëren.
Tom en Mary hebben vaak ruzie om geld.
Als hij begint te discussiëren, barst hij los.
Maak nooit ruzie met een vrouw als ze moe is.
Als zij begint te discussiëren, barst zij los.
Waarom lijkt ze altijd in discussie te willen gaan?
Maar experts zeggen dat neushoorns van nature geen moordenaars zijn.
Ruziën over politiek is anders dan over privézaken.
Ze maken veel ruzie, maar voor het grootste deel schieten ze goed met elkaar op.
omdat het een eeuwenoude traditie is.