Translation of "Wacht" in Spanish

0.013 sec.

Examples of using "Wacht" in a sentence and their spanish translations:

- Wacht even!
- Wacht!

- Espera.
- Agarra fuertemente.

- Wacht even.
- Wacht eens.

- Espera.
- Resista.
- Resiste.
- Agarra fuertemente.
- Sujeta.

- Wacht eventjes.
- Wacht eens heel even.
- Wacht eens even.
- Wacht even.

- Espere un momento.
- Espera un momento.

Wacht.

¡Aguarde!

- Wacht even!
- Blijf staan!
- Wacht!

¡Espera!

- Wacht op mij.
- Wacht op mij!

- ¡Espérame!
- ¡Espéreme!
- ¡Esperadme!

- Wacht hier alstublieft.
- Wacht hier alsjeblieft.

- Esperad aquí, por favor.
- Espere aquí, por favor.

- Wacht een beetje.
- Wacht eens even.

¡Momento!

Wacht niet.

- ¡No esperes!
- ¡No esperen!

Wacht even!

- Espera un rato.
- Espera un poco.

Wacht, wapenstilstand!

Espera, ¡tregua!

Wacht hier.

- Espera aquí.
- Aguarda aquí.
- Esperen aquí.
- Esperad aquí.

Wacht eventjes.

- Espera un segundo.
- Esperad un segundo.
- Esperen un segundo.

Tom wacht.

Tom está esperando.

Wacht buiten.

Espera fuera.

Zij wacht.

Está esperando.

- Wacht tot morgen.
- Wacht u tot morgen.

- Espera hasta mañana.
- Espere hasta mañana.

- Iedereen wacht op je.
- Iedereen wacht op u.
- Iedereen wacht op jullie.

- Todos te están esperando.
- Todo el mundo te está esperando.

- Wacht eventjes.
- Wacht een beetje.
- Wacht een minuut.
- Een moment!
- Een minuut.

- Espera un minuto.
- Bancame un minuto.
- Espere usted un minuto.

- Wacht op je beurt.
- Wacht op uw beurt.

Espera tu turno.

- Wacht alstublieft vijf minuten.
- Wacht alsjeblieft vijf minuten.

Por favor, espere cinco minutos.

- Wacht geen seconde meer.
- Wacht geen seconde langer.

No espere un segundo más.

- Waar wacht je op?
- Waar wacht u op?

- ¿Qué estás esperando?
- ¿A qué esperas?

Wacht eens, kijk.

Aguarden. Miren.

Wacht even, rustig.

Aguarden. Con cuidado.

Wacht tot morgenochtend.

- Espera hasta mañana en la mañana.
- Espera hasta mañana por la mañana.

Hare Majesteit wacht.

Su Majestad está esperando.

Zijne Majesteit wacht.

Su Majestad está esperando.

Ik wacht hier.

Yo esperaré aquí.

Ik wacht af.

Estoy esperando.

Wacht gewoon even.

Espera un minuto.

Mike wacht beneden.

Mike está esperando abajo.

Wacht op mij!

¡Espérame!

Wacht op mij.

- Esperame.
- Espera por mí.

Wacht op ons.

- Espera por nosotros.
- Espéranos.

Wacht op haar.

- Espera por ella.
- Espérala.

Wacht hier even.

Espera aquí un poco.

Hé, wacht even!

¡Oye, aguarda!

Wacht hier alstublieft.

Esperad aquí, por favor.

- Ik wacht al uren lang.
- Ik wacht al urenlang.

Espero desde hace horas.

- Ze wacht thuis op je.
- Ze wacht thuis op u.
- Ze wacht thuis op jullie.

Te está esperando en casa.

- Wacht even, alsjeblieft.
- Wacht even, alstublieft.
- Momentje, alstublieft.
- Momentje, alsjeblieft.

Espere, por favor.

- Wacht alstublieft tot ik terugkom.
- Wacht alsjeblieft tot ik terugkom.

Por favor, quédate hasta que vuelva.

- Wilt u dat ik wacht?
- Wil je dat ik wacht?

¿Quieres que me espere?

- Wacht een beetje.
- Wacht eens even.
- Een moment!
- Een minuut.

¡Momento!

- Wacht uw beurt af.
- Wacht tot het aan u is.

Espere su turno.

...wacht de ocelot af.

el ocelote espera el momento adecuado.

'Wacht op de bestelling.

Espera la orden.

Op wie wacht je?

- ¿A quién esperas?
- ¿A quién estás esperando?

Wacht daar op mij.

- Espérame ahí.
- Sólo esperadme allí.
- Solo espérame allí.

Wacht tot zes uur.

- Aguarda hasta las seis.
- Espera hasta las seis.

Ik wacht op goedkeuring.

Estoy esperando por la aprobación.

Tom wacht op u.

Tom te está esperando.

Wie is van wacht?

¿Quién está de guardia?

Wacht nog een beetje.

Espere un poco más.

Wacht a.u.b. op mij.

Espere, por favor.

Wacht eens heel even.

- Espere un momento.
- Esperad un momento.
- Espera un momento.
- Esperá un momentito.
- Esperen un momento.

Wacht heel even, alsjeblieft.

Por favor, espera un poquito.

Wacht u tot morgen.

- Espera hasta mañana.
- Espere hasta mañana.

Wacht in de wachtkamer.

Espere en la sala de espera.

Er wacht een taxi.

Hay un taxi esperando.

Iedereen wacht op je.

Todos te están esperando.

Wacht uw beurt af.

Espere su turno.

Waar wacht je op?

¿Qué esperas?

Wacht tot morgenochtend, alsjeblieft.

Espere hasta mañana por la mañana.