Translation of "Toespraak" in Spanish

Hoe ging je toespraak?

¿Cómo salió tu discurso?

Zijn toespraak beroerde ons.

Su discurso nos conmovió.

Moet ik een toespraak houden?

¿Debo dar un discurso?

Haar toespraak ontroerde het publiek.

Su discurso conmovió al público.

Haar toespraak was zeer scherpzinnig.

Su discurso rebosaba de ingenio.

Moet ge een toespraak houden?

¿Tienes que dar un discurso?

De ceremonie begon met zijn toespraak.

- La ceremonia comenzó con su discurso.
- La ceremonia dio comienzo con su discurso.

Zijn lange toespraak verveelde ons allen.

Su largo discurso nos aburrió a todos.

Hij gaf een toespraak over Alzheimer.

Él dio un discurso sobre el mal de Alzheimer.

Wat was het beste aan zijn toespraak?

[Lucía] ¿Cuál era la virtud que tenía su discurso?

Zijn toespraak maakte indruk op de toehoorders.

Su discurso conmovió al público.

- Haar toespraak was uitmuntend.
- Haar speech was uitstekend.

Su discurso fue excelente.

Zijn toespraak werd onthaald op een enthoesiast applaus.

Su discurso fue recibido con un aplauso entusiasta.

Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.

No necesitas preparar un discurso formal.

Ik was zeer onder de indruk van zijn toespraak.

Yo estaba muy impresionado con su discurso.

Hij viel in het midden van zijn toespraak flauw.

Flojeó a mitad de su discurso.

Ik was echt onder de indruk van de toespraak.

Estaba realmente impresionado por el discurso.

Wat als je een toespraak hield en er kwam niemand?

¿Y si dieras un discurso y nadie viniera?

- Niemand luisterde naar de toespraak.
- Niemand luisterde naar de speech.

Nadie estaba escuchando el discurso.

Zijn toespraak duurde zo lang, dat men in slaap viel.

Su discurso duró tanto que uno se quedó dormido.

- Hij hield een rede.
- Hij hield een toespraak.
- Hij hield een redevoering.

Él dio un discurso.

- Haar toespraak was uitmuntend.
- Haar speech was uitstekend.
- Zijn speech was uitstekend.

Su discurso fue excelente.