Translation of "Park" in Spanish

0.014 sec.

Examples of using "Park" in a sentence and their spanish translations:

- Ik ga het park binnen.
- Ik ga het park in.

Voy al parque.

- We lopen in het park.
- We wandelen in het park.

Nosotros estamos caminando por el parque.

Gombe National Park, Tanzania

Parque Nacional de Gombe, Tanzania

Ga naar het park.

Ve al parque.

Waar is het park?

¿Dónde está el parque?

We liepen in het park.

Corrimos en el parque.

Ik ga naar het park.

Voy al parque.

We renden door het park.

Corrimos en el parque.

Ze gaat het park in.

- Va al parque.
- Ella va al parque.

Ze gaat naar het park.

Ella va al parque.

- Hij wandelt graag in het park.
- Hij houdt van wandelen in het park.

Le gusta pasear por el parque.

- Achter de cinema is er een park.
- Achter de bioscoop is een park.

Detrás del cine hay un parque.

- Ze speelden honkbal in het park.
- Ze waren aan het honkballen in het park.

- Estaban jugando al béisbol en el parque.
- Jugaban al béisbol en el parque.

- Er waren veel mensen in het park.
- In het park was er veel volk.

Había mucha gente en el parque.

Mijn vader wandelt in het park.

Mi padre fue a dar una vuelta al parque.

Ze speelden honkbal in het park.

- Estaban jugando al béisbol en el parque.
- Jugaban al béisbol en el parque.

Mogen we rolschaatsen in dit park?

¿Podemos andar en patines en este parque?

Drie kinderen speelden in het park.

Tres niños juegan en el parque.

De kinderen spelen in het park.

Los niños juegan en el parque.

Hij wandelt graag in het park.

Le gusta andar en el parque.

- Drie kinderen speelden in het park.
- Drie kinderen waren aan het spelen in het park.

Tres niños estaban jugando en el parque.

- Hoeveel mensen zag je in het park?
- Hoeveel mensen heb je in het park gezien?

¿Cuánta gente viste en el parque?

- Loop niet in het park in de nacht!
- Loop 's nachts niet door het park!

¡No camines de noche por el parque!

- Dat park doet mij denken aan toen ik klein was.
- Dat park doet me aan mijn kindsheid denken.
- Dit park doet me aan mijn jeugd denken.
- Dit park herinnert me aan mijn jeugd.

Este parque me recuerda de mi niñez.

Zijn er veel bomen in het park?

¿Hay muchos árboles en el parque?

Er speelden veel kinderen in het park.

Muchos niños jugaban en el parque.

Het park bevindt zich in het stadscentrum.

El parque se encuentra en el centro de la ciudad.

Hij wandelt elke morgen in het park.

Él camina cada mañana por el parque.

Mijn huis is dicht bij het park.

Mi casa está cerca del parque.

Ik vond hem fietsend in het park.

Lo encontré montando una bicicleta por el parque.

Er zijn veel mensen in het park.

Hay mucha gente en el parque.

Er zijn veel dieren in het park.

Hay muchos animales en el parque.

We hebben lang in het park gewacht.

- Esperamos mucho tiempo en el parque.
- Esperamos harto rato en el parque.

Er waren veel mensen in het park.

Había mucha gente en el parque.

Hij heeft gisteren in het park gewandeld.

Él paseó en el parque ayer.

Er zijn veel kinderen in het park.

Hay muchos niños en el parque.

Tom wilde niet naar het park gaan.

Tom no quería ir al parque.

Gaan we niet naar het park vandaag?

¿Hoy no vamos al parque?

Is het park open voor het publiek?

¿El parque está abierto al público?

Er zijn veel vogels in dit park.

Hay muchos pájaros en este parque.

Ik ben gisteren in het park geweest.

Ayer fui al parque.

In het park was er een menigte.

Había una multitud en el parque.

Dit park herinnert me aan mijn jeugd.

Este parque me recuerda de mi niñez.

Er zijn vele eenden in het park.

Hay muchos patos en el parque.

- Er is een park in de buurt van mijn huis.
- Er is een park vlakbij mijn huis.

- Hay un parque cerca de mi casa.
- Cerca a mi casa hay un parque.

- Dat park doet mij denken aan toen ik klein was.
- Dat park doet me aan mijn kindsheid denken.

Este parque me recuerda de mi niñez.

De kinderen spelen iedere dag in het park.

Los niños juegan en el parque todos los días.

Onze school is heel dicht bij het park.

Nuestra escuela está muy cerca del parque.

We zaten op een bank in het park.

Nos sentamos en un banco en el parque.

Toen hij bijkwam, lag hij in het park.

Cuando volvió en sí, estaba tirado en el parque.

Ik ben deze morgen naar het park geweest.

Esta mañana fui al parque.

Afgelopen zondag ben ik naar het park gegaan.

Fui al parque el domingo pasado.

Ik zag hem alleen in het park lopen.

Lo vi caminando solo en el parque.

We waren in het park aan het spelen.

- Estábamos jugando en el parque.
- Estábamos tocando en el parque.

Loop niet in het park in de nacht!

¡No camines de noche por el parque!

We gingen naar het park om te spelen.

Fuimos a jugar al parque.

Tegenover het park is er een mooie rivier.

Frente al parque hay un río precioso.

Vogels zingen hier en daar in het park.

Aquí y allá cantan los pájaros en el parque.