Translation of "Vrijdag" in Russian

- Vandaag is het vrijdag.
- Het is vandaag vrijdag.

Сегодня пятница.

Woensdag? Donderdag? Vrijdag?

В среду? Четверг? Пятницу?

- Ik bel je vrijdag.
- Ik zal je vrijdag bellen.

- Я позвоню тебе в пятницу.
- Я тебе в пятницу позвоню.

- Wat dacht je van vrijdag?
- Wat dacht u van vrijdag?
- Wat dachten jullie van vrijdag?

Как насчёт пятницы?

Vandaag is het vrijdag.

Сегодня пятница.

Is het vandaag vrijdag?

Сегодня пятница?

Eindelijk is het vrijdag.

- Ура! Сегодня пятница!
- Наконец-то пятница.

Gisteren was het vrijdag.

Вчера была пятница.

Lees voor vrijdag hoofdstuk 4.

К пятнице прочитайте главу 4.

Mijn vader stierf op een vrijdag.

Мой отец умер в пятницу.

Hij werkt van maandag tot vrijdag.

Он работает с понедельника по пятницу.

Het sneeuwde van maandag tot vrijdag.

Снег шёл с понедельника по пятницу.

Het ongeluk vond op vrijdag plaats.

Авария произошла в пятницу.

Ze kijken alleen tv op vrijdag.

Они смотрят телевизор только по пятницам.

Mevrouw Klein geeft elke vrijdag een test.

Госпожа Кляйн проводит контрольную каждую пятницу.

Deze vergadering is verschoven naar vrijdag aanstaande.

Это собрание было перенесено на следующую пятницу.

Oh nee, het is vrijdag de dertiende!

О нет, сегодня пятница 13-ое!

Het museum is geopend van maandag tot vrijdag.

Музей открыт с понедельника по пятницу.

Gisteren was het vrijdag; overmorgen is het maandag.

Вчера была пятница. Послезавтра будет понедельник.

Men zegt dat vrijdag de dertiende een ongeluksdag is.

Говорят, что пятница тринадцатое - несчастливый день.

Komende vrijdag heb ik een afspraakje met een meisje dat Maria heet.

В следующую пятницу я иду на свидание с девушкой по имени Мэри.

Een week heeft zeven dagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.

В неделе семь дней: понедельник, вторник, среда, четверг, пятница, суббота и воскресенье.

Ik herinner het me niet precies, maar ik veronderstel dat het vorige week vrijdag was.

Я не помню точно, но вроде это была пятница на прошлой неделе.

Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag zijn de zeven dagen van de week.

Понедельник, вторник, среда, четверг, пятница, суббота и воскресенье - это семь дней недели.

Een week is verdeeld in zeven dagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag.

Неделя делится на семь дней: понедельник, вторник, среда, четверг, пятница, суббота и воскресенье.