Examples of using "Ervandoor" in a sentence and their polish translations:
Ik moet ervandoor.
Muszę iść.
We gaan ervandoor.
Znikamy.
Jongens, ik moet ervandoor.
Chłopaki, lecę.
Ik moet ervandoor. Het is laat!
Muszę iść. Jest poźno!
- We gaan ervandoor. - We gaan weg.
Chodźmy.
- Hij verdween zonder een woord te zeggen. - Hij is verdwenen zonder een woord te zeggen. - Hij is weggegaan zonder een woord te zeggen. - Hij is ervandoor gegaan zonder een woord te zeggen.