Translation of "Verkouden" in German

- Ik word snel verkouden.
- Ik ben vaak verkouden.

Ich erkälte mich leicht.

Opa is verkouden.

- Opa ist erkältet.
- Opa hat sich erkältet.

Ik ben verkouden.

Ich habe mich erkältet.

Hij is verkouden.

- Er ist erkältet.
- Er hat sich erkältet.

Hij wordt gemakkelijk verkouden.

- Er holt sich leicht eine Erkältung.
- Er erkältet sich leicht.

Ik word snel verkouden.

Ich erkälte mich leicht.

Ik ben nu verkouden.

Ich bin jetzt erkältet.

Ze is gemakkelijk verkouden.

- Sie bekommt schnell Schnupfen.
- Sie erkältet sich leicht.

Ze was dikwijls verkouden.

Sie erkältete sich oft.

Ik ben vaak verkouden.

Ich bin öfters erkältet.

Ik ben zelden verkouden.

Ich erkälte mich selten.

Hij is nu verkouden.

Er hat jetzt eine Erkältung.

Zij is verkouden en slaapt.

Sie hat eine Erkältung und schläft.

Ik ben een beetje verkouden.

Ich habe eine leichte Erkältung.

Tom is een beetje verkouden.

Tom ist leicht erkältet.

Vanwege de airco ben ik verkouden.

Wegen der Klimaanlage habe ich Schnupfen.

Let op dat ge niet verkouden wordt.

Pass auf, dass du dich nicht erkältest.

- Kate heeft een verkoudheid.
- Kate is verkouden.

- Kate hat eine Erkältung.
- Katrin ist erkältet.

- Ik ben verkouden.
- Ik heb een kou gevat.

- Ich habe mich erkältet.
- Ich habe mir eine Erkältung eingefangen.

Aangezien ik verkouden was, ging ik niet naar school.

Da ich eine Erkältung hatte, konnte ich nicht zur Schule gehen.

- Hij heeft nu een verkoudheid.
- Hij is nu verkouden.

Er hat jetzt eine Erkältung.

Doe wat kleren aan, anders wordt je nog verkouden.

- Zieh dir schnell was an. Du holst dir sonst noch eine Erkältung.
- Zieh dir was über. Du erkältest dich sonst noch.

Ik ben thuis gebleven, omdat ik zwaar verkouden was.

- Ich bin wegen einer schlimmen Erkältung zu Hause geblieben.
- Ich blieb zu Hause, weil ich stark erkältet war.

- Ik ben verkouden.
- Ik heb een verkoudheid te pakken.

- Ich bin erkältet.
- Ich habe einen Schnupfen.
- Ich habe mir eine Erkältung zugezogen.

Het kindje had een vervelende hoest omdat zij verkouden was.

Das kleine Kind hatte einen ärgerlichen Husten, weil sie erkältet war.

Ik ben blij te horen dat je ondanks de kou niet verkouden bent geworden.

Es freut mich zu hören, dass du dich trotz der Kälte nicht erkältest hast.

- Ik ben verkouden.
- Ik heb een verkoudheid te pakken.
- Ik heb een kou gevat.

Ich habe mich erkältet.

De vrouw maakte gebruik van een spray voor haar neus omdat ze flink verkouden was.

Die Frau benutzte ein Nasenspray, weil sie eine schwere Erkältung hatte.

- Ik ben een beetje verkouden.
- Ik ben een beetje hees.
- Ik ben een beetje schor.

Ich bin ein wenig heiser.

- Maria kan nauwelijks spreken; ze is verkouden.
- Maria kan bijna niet spreken; ze is hees.

Maria kann fast nicht sprechen; Sie ist heiser.