Translation of "Dikwijls" in German

0.010 sec.

Examples of using "Dikwijls" in a sentence and their german translations:

- Je glimlacht niet dikwijls.
- Jij glimlacht niet dikwijls.
- U glimlacht niet dikwijls.

Sie lächeln nicht oft.

- U glimlacht niet dikwijls.
- Ze glimlachen niet dikwijls.

Sie lächeln nicht oft.

- Wij eten dikwijls rauwe vis.
- We eten dikwijls rauwe vis.

Wir essen oft rohen Fisch.

Beluister je dikwijls luisterboeken?

Hörst du oft Hörbücher?

Kaalheid is dikwijls erfelijk.

Haarausfall ist oft erblich bedingt.

Ik heb dikwijls heimwee.

Ich habe oft Heimweh.

Wij spelen dikwijls schaak.

Wir spielen oft Schach.

Kraaien doorzoeken dikwijls afval.

Krähen durchstöbern oft den Müll.

Ze was dikwijls verkouden.

Sie erkältete sich oft.

Regent het daar dikwijls?

Regnet es dort sehr oft?

Heb je dikwijls hoofdpijn?

Haben Sie oft Kopfweh?

Je glimlacht niet dikwijls.

Du lächelst nicht oft.

Ze glimlachen niet dikwijls.

Sie lächeln nicht oft.

- Hoe dikwijls ga jij uit eten?
- Hoe dikwijls gaan jullie uit eten?
- Hoe dikwijls gaat u uit eten?

- Wie oft gehst du essen?
- Wie oft geht ihr essen?
- Wie oft gehen Sie essen?

- Hoe dikwijls gaan jullie uit eten?
- Hoe dikwijls gaat u uit eten?

Wie oft gehen Sie essen?

- De Grieken eten ook dikwijls vis.
- Ook de Grieken eten dikwijls vis.

Die Griechen essen auch oft Fisch.

Zondags ging hij dikwijls vissen.

Sonntags ist er oft angeln gegangen.

Carol kijkt dikwijls naar horrorfilms.

Carol schaut oft Horrorfilme an.

Eet ge dikwijls op restaurant?

Ißt du oft auswärts?

Ik ben daar dikwijls geweest.

Ich war oft da.

Ze veranderen dikwijls hun wachtwoorden.

Sie ändern oft ihr Passwort.

Hij komt dikwijls te laat.

- Er kommt oft zu spät.
- Er verspätet sich oft.

Ik heb dikwijls dezelfde droom.

Ich habe oft den gleichen Traum.

Hoe dikwijls speelt Tom hockey?

Wie oft spielt Tom Hockey?

Die vraag wordt me dikwijls gesteld.

Diese Frage wird mir häufig gestellt.

Mijn vader doet dikwijls de afwas.

Mein Vater wäscht oft das Geschirr ab.

Deze zomer zal ik dikwijls zwemmen.

Ich werde diesen Sommer viel schwimmen gehen.

Ik zit dikwijls in de problemen.

Ich bin oft in Schwierigkeiten.

Ook de Grieken eten dikwijls vis.

- Die Griechen essen auch oft Fisch.
- Auch Griechen essen oft Fische.

Hij rijdt dikwijls naar de bibliotheek.

Er fährt oft zur Bibliothek.

Ik zal zo dikwijls mogelijk komen.

Ich werde so oft wie möglich vorbeischauen.

Baby's vallen dikwijls op de grond.

- Babys fallen oft um.
- Babys fallen oft.

„123456” is een dikwijls gebruikt wachtwoord.

»123456« ist ein oft verwendetes Passwort.

Op zondag spelen we dikwijls kaart.

Wir spielen sonntags oft Karten.

De Grieken eten ook dikwijls vis.

Die Griechen essen auch viel Fisch.

Tom gaat vrij dikwijls uit eten.

- Tom isst recht häufig außer Hauses.
- Tom isst recht häufig außer Haus.
- Tom isst ziemlich oft auswärts.

Hoe dikwijls moet je naar de tandarts?

Wie oft musst du zum Zahnarzt?

Bob probeert dikwijls te stoppen met roken.

- Bob versucht oft, mit dem Rauchen aufzuhören.
- Bob versucht oft mit dem Rauchen aufzuhören.

Ik ging dikwijls vissen in mijn schooltijd.

In meiner Schulzeit ging ich oft fischen.

Dichters vergelijken de dood dikwijls met slapen.

Dichter vergleichen oft den Tod mit dem Schlaf.

Dat heb ik haar al dikwijls gezegd.

Das habe ich ihr schon oft gesagt.

Men ziet filosofie dikwijls als iets moeilijks.

Philosophie betrachtet man oft als etwas Schwieriges.

Ik speel dikwijls voetbal na de les.

- Nach der Schule spiele ich oft Fußball.
- Nach dem Unterricht spiele ich oft Fußball.

We tonen onze gevoelens dikwijls zonder woorden.

Wir drücken unsere Gefühle oft ohne Worte aus.

Ik schrijf zeer dikwijls bijdragen voor Wikipedia.

Ich schreibe sehr oft Beiträge für Wikipedia.

Moeder zei dikwijls, dat tijd geld is.

Mutter sagte oft, dass Zeit Geld ist.

Na de school spelen we dikwijls schaak.

Wir spielen nach der Schule oft Schach.

Hij gaat dikwijls te voet naar school.

Er geht oft zu Fuß zur Schule.

Ik word dikwijls vergeleken met mijn broers.

Ich werde oft mit meinen Brüdern verglichen.

Hij heeft dikwijls voor de televisie gespeeld.

Er ist oft im Fernsehen aufgetreten.

In de winter sneeuwt het hier dikwijls.

Im Winter schneit es hier oft.

Mijn vader vertelde ons dikwijls over zijn schooljaren.

Mein Vater hat uns oft von seiner Schulzeit erzählt.

Deze dikke zwarte kat sluipt hier dikwijls rond.

Diese dicke schwarze Katze schleicht hier öfters herum.

Men vergelijkt het leven dikwijls met een reis.

- Das Leben wird oft mit einer Reise verglichen.
- Man vergleicht das Leben oft mit einer Reise.

- Japan heeft regelmatig aardbevingen.
- Japan heeft dikwijls aardbevingen.

In Japan gibt es häufig Erdbeben.

Zachte muziek helpt dikwijls in slaap te geraken.

Sanfte Musik begünstigt oft das Einschlafen.

Hij gaat dikwijls naar het buitenland voor zaken.

Er ist oft auf Geschäftsreise im Ausland.

De laatste tijd heb ik hem dikwijls gezien.

Ich habe ihn in letzter Zeit oft gesehen.

- Ik ben hier dikwijls geweest.
- Ik was hier vaak.

Ich war oft hier.

Brood wordt gemaakt uit meel, water en dikwijls gist.

Brot wird aus Mehl, Wasser und Hefe gemacht.

In mijn vrije tijd luister ik dikwijls naar muziek.

Ich verbringe oft meine Freizeit damit, Musik zu hören.

Als kind ging ik dikwijls vissen met mijn vader.

Als Kind bin ich öfter mit meinem Vater fischen gegangen.

Hij bleef dikwijls tot laat in de nacht op.

Er war oft bis spät in die Nacht auf.

Hij gaat dikwijls heel laat weg van het werk.

Häufig verlässt er seine Arbeitsstelle sehr spät.