Translation of "Opa" in German

- Vrolijke verjaardag, opa.
- Fijne verjaardag, opa.

Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Opa!

Opa is verkouden.

- Opa ist erkältet.
- Opa hat sich erkältet.

Mijn opa is ziek.

Mein Opa ist krank.

Opa spreekt heel traag.

Opa spricht sehr langsam.

Mijn opa was boer.

- Mein Opa war Bauer.
- Mein Großvater war Landwirt.

Waar woont je opa?

- Wo wohnt dein Opa?
- Wo wohnt dein Großvater?
- Wo lebt dein Opa?
- Wo wohnt Ihr Großvater?
- Wo wohnt euer Großvater?

Mijn opa is dood.

Mein Opa ist tot.

Mijn opa was walvisjager.

Mein Opa war Walfänger.

Mijn opa houdt van wandelen.

Mein Opa geht gerne wandern.

Mijn opa werd 89 jaar.

Mein Großvater wurde 89 Jahre alt.

Opa heeft het voor mij gekocht!

Opa hat es mir gekauft!

Ik zag mijn opa vorige week.

Ich sah meinen Großvater letzte Woche.

Ik heb opa deze brief gestuurd.

Ich habe Opa diesen Brief geschickt.

Opa doet een dutje op de canapé.

Großvater hält auf dem Sofa ein Nickerchen.

Mijn opa heeft altijd een wandelstok nodig.

Mein Opa kann nicht ohne Stock gehen.

- Waar woont je opa?
- Waar woont je grootvader?

Wo lebt dein Opa?

We maken ons zorgen over opa en oma.

Wir machen uns um Oma und Opa Sorgen.

Ik geloofde geen woord van wat mijn opa zei.

Ich habe meinem Großvater überhaupt nicht geglaubt.

Ik kom van opa, en ga nu naar oom.

Ich komme von Opa und gehe nun zum Onkel.

- Hoe oud is je opa?
- Hoe oud is je grootvader?

Wie alt ist dein Großvater?

Toen ik klein was, kwamen opa en oma nog om op te passen. 's Avonds op bed las oma me voor. Of opa vertelde een verhaal.

Als ich klein war, kamen noch Opa und Oma um aufzupassen. Abends am Bett las Oma mir vor. Oder Opa erzählte eine Geschichte.

Mijn opa is meer dan tachtig jaar oud, maar hij is een goede loper.

Mein Großvater ist älter als 80 Jahre, aber er ist ein guter Fußgänger.

Ik kocht een sjaal voor mijn opa van mijn vaders kant voor zijn 88ste verjaardag.

- Ich habe meinem Großvater väterlicherseits zu seinem achtundachtzigsten Geburtstag einen Schal geschenkt.
- Ich habe meinem Großvater väterlicherseits zu seinem 88. Geburtstag einen Schal geschenkt.