Translation of "Rand" in German

Voorzichtig, tot de rand.

Ganz vorsichtig an die Kante.

...touw over de rand en abseilen.

werfe das Seil über die Kante und seile mich ab.

Aan de rand van een reuzegrote woestijn.

an den Rand von einer riesengroßen Wüste.

Precies op de rand van mijn hand.

Genau an der Seite meiner Hand.

Tom vulde de emmer tot de rand.

Tom füllte den Eimer bis zum Rand.

Ze bevond zich aan de rand van het bos.

Er war aus der Höhle und bewegte sich am Waldrand.

De kerk staat aan de rand van de stad.

Die Kirche steht am Stadtrand.

Tom is aan de rand van een burn-out.

Tom ist am Rand eines Burn-out.

Het zou makkelijk zijn zo van die rand af te lopen.

Man könnte diese Kante hier ganz leicht übersehen und einfach weitergehen.

En dan gaan we zo over de rand naar het wrak.

und seile mich dann direkt über diese Kante nach unten ab.

En die kan ik gebruiken... ...om het touw te beschermen tegen de rand.

Damit kann ich das Seil vor den Kanten schützen.

God is een oneindige bol, waarvan het midden overal is, en de rand nergens.

Gott ist eine unendlich große Kugel, deren Mitte überall und deren Oberfläche nirgends ist.

Het is te nauw in die canyon. Dus ik abseil naar de rand van de canyon...

Die Schlucht ist zu schmal. Ich werde mich auf die Felskante abseilen

En in een verbazingwekkende 10 jaar durende campagne dat hem naar de rand van bekende wereld bracht

In einem erstaunlichen, 10 Jahre dauernden Feldzug, der ihn bis zum Ende der bekannten Welt führte,

- De mand zat tot de rand toe vol met aardbeien.
- De mand was tot de nok toe vol met aardbeien.

Der Korb war bis zum Rand gefüllt mit Erdbeeren.

Toen zag je de haai aan de rand zwemmen en haar geur oppikken. En ik dacht: o nee, dit is weer...

Der Hai schwamm am Rande und nahm seinen Geruch wahr. Und ich dachte: "Oh nein, das ist wieder…

- God is een oneindige bol, waarvan het midden overal is, en de rand nergens.
- God is een oneindige bol, waarvan het middelpunt overal is, en de omtrek nergens.

Gott ist eine unendlich große Kugel, deren Mitte überall und deren Oberfläche nirgends ist.