Translation of "Plan" in German

0.012 sec.

Examples of using "Plan" in a sentence and their german translations:

- Uw plan klinkt uitstekend.
- Jouw plan klinkt uitstekend.

Dein Plan hört sich toll an.

- Zijn plan is gevaarlijk!
- Haar plan is gevaarlijk.

- Sein Plan ist gefährlich!
- Ihr Plan ist gefährlich.

- Wat is jouw plan?
- Wat is je plan?

Was ist dein Plan?

Trek je plan.

Rechne es dir selbst aus.

- Vertel mij over uw plan.
- Leg me je plan uit.
- Vertel me over je plan.

- Erzähle mir von deinem Plan!
- Erzähl mir von deinem Plan.

- Uw plan staat me erg aan!
- Uw plan bevalt me!

Dein Plan gefällt mir sehr!

Heb je een plan?

- Hast du einen Plan?
- Habt ihr einen Plan?
- Haben Sie einen Plan?

Het plan zal werken.

Der Plan wird funktionieren.

Zijn plan is gevaarlijk!

Sein Plan ist gefährlich!

Alles gaat volgens plan.

Alles läuft nach Plan.

Haar plan is gevaarlijk.

Ihr Plan ist gefährlich.

We hebben geen plan.

Wir haben keinen Plan.

Vertel me jouw plan.

- Sag mir, was dein Plan ist.
- Sagen Sie mir, was Ihr Plan ist.

Je plan is goed.

Dein Plan ist ein guter.

Het plan is vastgelopen.

Der Plan verlief im Sande.

- Wat denk je van dat plan?
- Wat denkt u van dat plan?
- Wat denken jullie van dat plan?

- Was halten Sie von diesem Plan?
- Was hältst du von diesem Plan?
- Was haltet ihr von diesem Plan?

- Ik had geen weet van zijn plan.
- Ik kende zijn plan niet.

Seinen Plan kannte ich nicht.

- Wat vind je van mijn plan?
- Wat vindt u van mijn plan?

Was denkst du von meinem Plan?

- Niets zal mijn snood plan belemmeren.
- Niets zal mijn kwaadaardig plan dwarsbomen.

Nichts wird meinen heimtückischen Plan aufhalten.

Het nieuwe plan werkte goed.

Der neue Plan funktionierte gut.

Vertel niemand over ons plan.

Erzähle niemandem von unserem Plan.

Het plan is in discussie.

Der Plan ist in der Diskussion.

Wat was hij van plan?

Was hatte er vor?

Hij voerde het plan uit.

Er führte den Plan aus.

Wat is hij van plan?

Was hat er vor?

Hij was tegen het plan.

Er lehnte den Plan ab.

We hebben een plan nodig.

Wir brauchen einen Plan.

Dat is een geweldig plan.

Das ist ein guter Plan.

Dat is een goed plan.

Das ist ein guter Plan.

Dit plan moet uitgevoerd worden.

Dieser Plan sollte durchgeführt werden.

Het nieuwe plan werkte prima.

Der neue Plan hat gut funktioniert.

Ik heb een plan nodig.

Ich brauche einen Plan.

Ik moest mijn plan opgeven.

- Ich musste meinen Plan aufgeben.
- Ich musste mein Vorhaben aufgeben.

Uw plan zal zeker lukken.

Dein Plan wird bestimmt gelingen.

Ik heb al een plan.

Ich habe schon einen Plan.

Dat was een weloverwogen plan.

Das war ein wohlüberlegter Plan.

Wat zijn jullie van plan?

- Was habt ihr vor?
- Was habt ihr da so vor?

Ons plan heeft veel voordelen.

Unser Plan hat viele Vorteile.

Alles is volgens plan verlopen.

Alles lief nach Plan.

Ik heb geen plan B.

Ich habe keinen Ausweichplan.

Ik kende zijn plan niet.

Seinen Plan kannte ich nicht.

We moeten ons plan veranderen.

Wir müssen unseren Plan ändern.

Hij werkte volgens het plan.

Er handelte nach Plan.

En wat is plan B?

Und was ist Plan B?

- Ben je voor het plan of niet?
- Bent u voor het plan of niet?
- Zijn jullie voor het plan of niet?

Bist du für den Plan oder dagegen?

- De president stelde een nieuw plan voor.
- De directeur stelde een nieuw plan voor.

Der Präsident schlug einen neuen Plan vor.

- Ik weet helemaal niets over dat plan.
- Ik weet absoluut niets over dat plan.

Ich weiß überhaupt nichts von diesem Plan.

Gooi het plan in de prullenbak.

- Werfen Sie den Plan in den Müll!
- Wirf den Plan in den Papierkorb!

Het plan is nog niet rijp.

Der Plan ist nicht ausgereift.

Mijn plan verschilt van het jouwe.

- Mein Plan unterscheidet sich von deinem.
- Mein Plan ist anders als deiner.

Hebben we een plan B nodig?

Brauchen wir einen Plan B?

Ik ben van plan te gaan.

Ich habe vor zu gehen.

Zo een kinderachtig plan zal mislukken.

Solch ein kindischer Plan ist zum Scheitern verurteilt.

Wat denkt u van dat plan?

- Was halten Sie von diesem Plan?
- Was haltet ihr von diesem Plan?

Hij protesteerde tegen het nieuwe plan.

Er protestierte gegen den neuen Plan.

De baas heeft ons plan goedgekeurd.

Der Manager genehmigte unseren Plan.

Ik wist niets van uw plan.

Ich wusste nichts von Ihrem Vorhaben.

Tom heeft altijd een plan B.

Tom hat immer einen Plan B.

Wat denken jullie van dat plan?

- Was halten Sie von diesem Plan?
- Was hältst du von diesem Plan?
- Was haltet ihr von diesem Plan?