Translation of "Opgestaan" in German

Opgestaan, plaats vergaan.

Weggegangen, Platz vergangen.

- Hoe laat ben je opgestaan?
- Wanneer ben je opgestaan?

Wann bist du aufgestanden?

- Ik ben vanmorgen laat opgestaan.
- Ik ben vanochtend laat opgestaan.

Ich bin heute Morgen spät aufgestanden.

Bent u laat opgestaan?

Sind Sie spät aufgestanden?

Ik ben net opgestaan.

Ich bin gerade aufgestanden.

Ze is laat opgestaan.

- Sie ist spät aufgestanden.
- Sie stand spät auf.

Ik ben vroeg opgestaan.

Ich wachte früh auf.

Wanneer ben je opgestaan?

Wann bist du aufgestanden?

Tom is vroeg opgestaan.

- Tom stand früh auf.
- Tom stand zeitig auf.

- Ik ben rond zes uur opgestaan.
- Ik ben tegen zessen opgestaan.

Ich bin gegen sechs aufgestanden.

- Waarom ben je zo vroeg opgestaan?
- Waarom zijn jullie zo vroeg opgestaan?

Wieso bist du so früh aufgestanden?

Ik ben tegen zessen opgestaan.

Ich bin ungefähr um sechs aufgestanden.

Gisteren ben ik vroeg opgestaan.

- Ich stand gestern früh auf.
- Gestern bin ich früh aufgestanden.
- Ich bin gestern früh aufgestanden.

U bent tamelijk laat opgestaan.

Sie sind ziemlich spät aufgestanden.

- Christus is opgestaan!
- Christus is verrezen!

Christus ist auferstanden!

Hoe laat ben je vanmorgen opgestaan?

Um wie viel Uhr bist du heute Morgen aufgestanden?

Ik ben eerder opgestaan dan normaal.

Ich stand früher auf als sonst.

Ik ben om zeven uur opgestaan.

Ich bin um sieben Uhr aufgestanden.

Ik ben rond zes uur opgestaan.

- Ich bin ungefähr um sechs aufgestanden.
- Ich bin gegen sechs aufgestanden.

Ik ben om zes uur opgestaan.

Ich bin um sechs Uhr aufgestanden.

Waarom ben je zo vroeg opgestaan?

Wieso bist du so früh aufgestanden?

Ik ben vanmorgen om zeven uur opgestaan.

- Ich bin heute Morgen um sieben aufgestanden.
- Ich bin heute Morgen um sieben Uhr aufgestanden.

Ik ben vanmorgen om vijf uur opgestaan.

Ich stand heute Morgen um 5 Uhr auf.

Tom ziet eruit of hij net is opgestaan.

Tom sieht aus, als wäre er gerade erst aufgestanden.

Ik ben eerder opgestaan om jou te zien.

Ich bin früher aufgestanden, um dich zu sehen.

- De vissers zijn voor zonsopgang opgestaan.
- De vissers stonden op voor zonsopgang.

Die Fischer standen vor Sonnenaufgang auf.

Ik ben net opgestaan. Geef me alsjeblieft een paar minuten om me klaar te maken.

Ich bin gerade aufgestanden. Gib mir ein paar Minuten, damit ich mich fertig machen kann.

- Ik stond op toen het nog donker was.
- Ik ben opgestaan toen het nog donker was.

Ich stand auf, als es noch dunkel war.