Translation of "Middag" in German

Het is middag.

Es ist Mittag.

Het was bijna middag.

Es war beinahe Mittag.

Het regende de hele middag.

Es regnete den ganzen Nachmittag hindurch.

Eet je brood tussen de middag?

- Hast du Brot fürs Frühstück?
- Frühstückst du Brot?
- Hast du Brot zum Frühstück?

We lunchen zo rond de middag.

- Wir essen gegen Mittag Mittagessen.
- Wir essen gegen Mittag zu Mittag.

Betty zal voor de middag kunnen komen.

Betty wird vor dem Mittag kommen können.

Tom en Ken spelen iedere middag tennis.

Tom und Ken spielen jeden Abend Tennis.

De post wordt bezorgd voor de middag.

Die Post wird vormittags zugestellt.

- Het is middag.
- Het is twaalf uur.

- Es ist Mittag.
- Es ist zwölf Uhr.

- Op 27/02 ben ik de hele middag vrij.
- Op 27 februari ben ik de hele middag vrij.

- Ich habe am 27.2. den ganzen Nachmittag Zeit.
- Ich habe am siebenundzwanzigsten Februar den ganzen Nachmittag Zeit.
- Am 27. Februar hab ich den ganzen Nachmittag Zeit.

Toen ik wakker werd, was het bijna middag.

Es war fast Mittag, als ich aufwachte.

De brieven worden hier rond de middag bezorgd.

Briefe werden hier um die Mittagszeit zugestellt.

Ik was de hele middag bezig met het huis schoonmaken.

Ich habe den ganzen Nachmittag damit verbracht, mein Haus zu putzen.

- Zijt ge bezet morgennamiddag?
- Heb je morgen middag iets te doen?

Hast du morgen Nachmittag zu tun?

- Het was heel heet deze middag.
- Het was vanmiddag erg heet.

Es war sehr heiß heute Nachmittag.

- Hebt ge al middageten gehad?
- Hebt ge al gegeten deze middag?

Haben Sie schon zu Mittag gegessen?

- Eet je brood tussen de middag?
- Neemt gij brood als middageten?

Hast du Brot zum Mittagessen?

Mijn moeder en ik waren de hele middag in de tuin.

Meine Mutter und ich waren den ganzen Nachmittag im Garten.

Tom en ik hebben de hele middag samen in de tuin gespeeld.

Tom und ich haben den ganzen Nachmittag im Garten zusammen gespielt.

- Heb je al geluncht?
- Hebt ge al middageten gehad?
- Hebt ge al gegeten deze middag?

Hast du schon zu Mittag gegessen?

Tom en zijn kinderen zijn de hele middag op zoek geweest naar de perfecte kerstboom.

Tom und seine Kinder suchten den ganzen Nachmittag lang nach dem perfekten Weihnachtsbaum.

- Heb je al geluncht?
- Hebt ge al middageten gehad?
- Hebt ge al gegeten deze middag?
- Heb je al gedineerd?

- Hast du schon zu Mittag gegessen?
- Haben Sie schon zu Mittag gegessen?

De boomgaard, wiens prachtige vegende takken met fruit naar de grond hingen, bleek zo heerlijk dat de kleine meiden er de hele middag in doorbrachten. Ze zaten in een grasveldje waar het groen de vorst bespaard was gebleven en de zachte, warme najaarszon aanhoudend scheen en aten appels en praatten zo luid als ze konden.

Der Obstgarten mit seinen großen, breiten Ästen, die sich früchteschwer zum Boden neigten, bereitete den Mädchen eine solche Freude, dass sie fast den ganzen Nachmittag dort verbrachten; sie saßen in einer grasbewachsenen Ecke, wo der Frost das Grün verschont hatte und der sanfte herbstliche Sonnenschein warm verweilte, aßen Äpfel und redeten, soviel sie konnten.