Translation of "Aangenaam" in German

Aangenaam.

Sehr angenehm.

- Aangenaam kennis te maken.
- Aangenaam.

- Schön, Sie kennenzulernen!
- Schön, dich kennenzulernen!

- Aangenaam!
- Aangenaam kennis te maken!

- Freut mich!
- Angenehm!

Afwisseling is aangenaam.

Abwechslung erfreut.

Het klimaat is aangenaam.

Das Klima ist angenehm.

Aangenaam kennis te maken.

Schön, dich kennenzulernen!

Ze was aangenaam verrast.

Sie war angenehm überrascht.

Ik was aangenaam verrast.

Ich war angenehm überrascht.

Aangenaam kennis te maken!

Freut mich!

- Aangenaam kennis te maken.
- Ik ben blij je te leren kennen.
- Aangenaam.

Schön, Sie kennenzulernen!

Het feest was allesbehalve aangenaam.

Das Fest war alles außer angenehm.

Aangenaam kennis te maken, mevrouw!

Küss die Hand, gnädige Frau!

- Het was aangenaam leven in het huis.
- Het was aangenaam wonen in het huis.

In dem Haus zu leben war komfortabel．

Hebt ge een aangenaam weekend gehad?

- Hatten Sie ein schönes Wochenende?
- Hattet ihr ein schönes Wochenende?

Ik wens u een aangenaam verblijf.

Ich wünsche Ihnen einen angenehmen Aufenthalt.

De reis was snel en aangenaam.

Die Reise war eine schnelle und angenehme.

- Het is leuk.
- Het is aangenaam.

Es ist schön.

- Aangenaam kennis te maken.
- Ik ben blij u te leren kennen.
- Ik ben blij je te leren kennen.
- Aangenaam.
- Aangenaam kennis met je te maken.

- Schön, Sie kennenzulernen!
- Schön, dich kennenzulernen!
- Freut mich, Ihre Bekanntschaft zu machen.

Het was aangenaam en warm in huis.

Es war schön warm im Haus.

Maar het werk op de boerderij was aangenaam.

Aber die Arbeit auf dem Bauernhof machte Spaß.

Aangenaam kennis met u te maken, mevrouw Jones.

Freut mich, Sie kennenzulernen, Frau Jones.

Deze kamer is aangenaam om in te werken.

In diesem Zimmer lässt es sich angenehm arbeiten.

Dit huis is aangenaam om in te leven.

Dieses Haus ist sehr komfortabel, um darin zu leben.

Ook voor mij is het aangenaam kennis te maken.

Ich bin erfreut, Ihre Bekanntschaft zu machen.

Het is aangenaam voor Mike, met Yumi te spreken.

Es war angenehm für Mike, mit Yumi zu sprechen.

Het is lang geleden dat ik zo aangenaam verrast werd.

- Es ist eine lange Zeit vergangen, seitdem ich eine so angenehme Überraschung hatte.
- So eine angenehme Überraschung hatte ich schon lange nicht mehr.

- Aangenaam kennis te maken.
- Prettig met u kennis te maken!

Schön, Sie kennenzulernen!

Je lieflijke stem klonk me zeer aangenaam in de oren.

Deine einschmeichelnde Stimme ist Musik in meinen Ohren.

Hoe aangenaam is het te dromen, als we onze plannen niet moeten realiseren.

Wie behaglich ist es zu träumen, wenn wir unsere Pläne nicht verwirklichen müssen.

- Aangenaam kennis te maken. Ik ben een miereneter.
- Fijn je te ontmoeten. Ik ben een miereneter.

Freut mich, dich kennenzulernen. Ich bin ein Ameisenesser.

- Aangenaam kennis te maken.
- Ik ben blij u te leren kennen.
- Ik ben blij je te leren kennen.
- Prettig met u kennis te maken!

- Schön, Sie kennenzulernen!
- Sehr angenehm.
- Es freut mich, Sie kennenzulernen!
- Freut mich, Sie kennenzulernen.
- Ich freue mich, Sie kennenzulernen.
- Schön, dich kennenzulernen!

- Fijn u te ontmoeten. Ik ben een miereneter.
- Aangenaam kennis te maken. Ik ben een miereneter.
- Fijn je te ontmoeten. Ik ben een miereneter.

Freut mich, dich kennenzulernen. Ich bin ein Ameisenesser.