Translation of "Tevreden" in French

0.011 sec.

Examples of using "Tevreden" in a sentence and their french translations:

- Je lijkt tevreden.
- U lijkt tevreden.
- Jullie lijken tevreden.

- Vous semblez satisfait.
- Vous semblez satisfaite.
- Vous semblez satisfaits.
- Vous semblez satisfaites.
- Tu sembles satisfait.
- Tu sembles satisfaite.

Wees tevreden!

- Soyez satisfaits !
- Soyez satisfaites !

Ze waren tevreden.

- Ils étaient satisfaits.
- Elles étaient satisfaites.

Zijn ze tevreden?

- Sont-ils contents ?
- Sont-elles contentes ?
- Sont-ils contentés ?
- Sont-elles contentées ?
- Sont-ils heureux ?

Ben je tevreden?

- Es-tu content ?
- Es-tu contente ?

U lijkt tevreden.

Vous avez l'air satisfait.

Ze leken tevreden.

- Ils semblaient satisfaits.
- Elles semblaient satisfaites.

Ik was tevreden.

- J'étais satisfait.
- J'étais satisfaite.

Is hij tevreden?

A-t-il obtenu satisfaction ?

Hij glimlachte tevreden.

Heureux, il souriait.

Ik ben tevreden.

Je suis satisfait.

Iedereen was tevreden.

Tout le monde était satisfait.

Tom leek tevreden.

Tom avait l'air content.

Hij is nooit tevreden.

Il n'est jamais satisfait.

Ben je nu tevreden?

Es-tu satisfait maintenant ?

Ik ben zeer tevreden.

- Je suis très satisfait.
- Je suis très content.

- Wees tevreden!
- Wees blij!

Soyez satisfaite !

Ik ben heel tevreden!

Je suis très content !

Toch was ik niet tevreden.

Mais je n'étais pas satisfait.

Hij was totaal niet tevreden.

Il n'était pas du tout satisfait.

De admiraal is nooit tevreden.

L'amiral n'est jamais satisfait.

Tom is verre van tevreden.

Tom n'est pas du tout content.

- Ben je tevreden met je huidige salaris?
- Bent u tevreden met uw huidige salaris?
- Zijn jullie tevreden met jullie huidige salaris?

Êtes-vous satisfait de votre salaire actuel ?

- Bent u tevreden met uw huidige salaris?
- Zijn jullie tevreden met jullie huidige salaris?

Êtes-vous satisfait de votre salaire actuel ?

Ben ik tevreden met iets langzamers.

je préfère que les choses aillent plus lentement.

George is arm maar altijd tevreden.

George est pauvre mais toujours content.

Ze is tevreden met de jurk.

Elle est satisfaite par la robe.

Hij scheen tevreden met mijn uitleg.

Il a semblé satisfait de mon explication.

Hij was tevreden met het speeltje.

Il était content du jouet.

Ze zei: "Ik ben heel tevreden."

Elle a dit : « Je suis très contente. »

Ze waren tevreden met het resultaat.

- Ils étaient satisfaits du résultat.
- Elles étaient satisfaites du résultat.

Ik ben tevreden met mijn werk.

Je suis content de mon emploi.

Ben je tevreden met het resultaat?

Es-tu heureux du résultat ?

Ik ben tevreden over zijn vooruitgang.

Je suis satisfait de ses progrès.

Mensen moeten leren tevreden te zijn.

Les gens doivent apprendre à être satisfaits.

Ben je tevreden met jouw lichaam?

- Êtes-vous satisfaite de votre corps ?
- Êtes-vous satisfait de votre corps ?
- Es-tu satisfaite de ton corps ?
- Es-tu satisfait de ton corps ?

Gelukkig is hij die tevreden is.

- Heureux est l'homme qui est satisfait.
- Heureux est l'homme qui est content.

Ik ben heel tevreden over je.

- Je suis assez content avec toi.
- Je suis très content de toi.
- Je suis très satisfait de toi.

- Ik heb genoeg.
- Ik ben tevreden.

Je suis satisfait.

Ik ben tevreden met mijn aankoop.

Je suis très satisfait de mon achat.

Hij was tevreden met het resultaat.

Il a été satisfait du résultat.

Ik ben bijzonder tevreden met Paul hier.

Je suis particulièrement satisfaite de Paul.

Ben je tevreden met je nieuwe werk?

Votre nouveau travail vous plaît-il ?

Hij was tevreden met zijn nieuwe auto.

Il était content de sa nouvelle voiture.

Ik ben erg tevreden met je resultaten.

- Je suis très content de tes résultats.
- Je suis très heureux de tes résultats.

Tom is zeer tevreden met het resultaat.

Tom est très satisfait de son résultat.

Ik ben tevreden met mijn huidige salaris.

Je suis satisfaite de mon salaire actuel.

- Ik ben tevreden met de uitkomst van mijn wiskundetoets.
- Ik ben tevreden met het resultaat van mijn wiskundetoets.

Je suis satisfait du résultat de mon examen de mathématiques.

- Ik ben niet tevreden met wat je gedaan hebt.
- Ik ben niet tevreden met wat ge gedaan hebt.

Je ne suis pas content de ce que vous avez fait.

Wat die zaak betreft, ben ik helemaal tevreden.

En ce qui concerne cette affaire, je suis très satisfait.

Ze scheen tevreden te zijn met het examenresultaat.

Elle semblait contente des résultats de l'examen.

Ik weet zeker dat je tevreden zult zijn.

Je suis sûr que tu seras satisfait.

Ik ben niet tevreden met wat ge gedaan hebt.

Je ne suis pas content de ce que vous avez fait.

Zijt ge tevreden met uw plaats in het bedrijf?

Êtes-vous satisfait de votre situation dans la société ?

Gelukkig is hij die tevreden is met zijn lot.

- Heureux l'homme qui se satisfait de son sort.
- Heureux l'homme qui est satisfait de son sort.

- Zijn ze tevreden?
- Zijn ze gelukkig?
- Zijn ze blij?

Sont-ils heureux ?

Daar komt geen beweging in. Ik ben er tevreden mee.

et ça ne bougera pas ! Oui, je suis satisfait.

- Blije werkers zijn betere werkers.
- Tevreden werkers zijn betere werkers.

Des travailleurs satisfaits sont de meilleurs travailleurs.

Je bent niet tevreden met de manier waarop de dingen verlopen.

On n'est pas satisfait de la tournure que prennent les choses.

Het ziet ernaar uit dat ze tevreden zijn met het resultaat.

On dirait qu'ils sont contents du résultat.

Ik ben tevreden met mijn leven aan de universiteit tot op zekere hoogte.

Je suis satisfait de ma vie au collège jusqu'à un certain point.

Ik heb de meest eenvoudige smaak. Ik ben altijd tevreden met het beste.

J'ai les goûts les plus simples du monde, je me contente du meilleur.

Ik ben al tevreden als hij maar een klein beetje wijzer is geworden.

Je suis déjà content s'il est devenu ne serait-ce qu'un petit peu plus sage.

- Ik ben heel tevreden dat de school gedaan is.
- Ik ben erg blij dat school is afgelopen.

- Je suis très content que l'école soit finie.
- Je suis très contente que l'école soit finie.

Totdat jullie vrede sluiten met wie jullie zijn, zullen jullie niet tevreden zijn met wat jullie hebben.

Jusqu'à ce que vous fassiez la paix avec qui vous êtes, vous ne serez jamais satisfait de ce que vous avez.

- Ben je nu tevreden?
- Ben je nu blij?
- Bent u nu blij?
- Zijn jullie nu blij?
- Ben je nu gelukkig?

- Es-tu heureux maintenant ?
- Es-tu heureuse maintenant ?