Translation of "Iedereen" in Turkish

0.068 sec.

Examples of using "Iedereen" in a sentence and their turkish translations:

Iedereen kent iedereen.

Herkes herkesi bilir.

- Iedereen aarzelde.
- Iedereen twijfelde.

Herkes duraksadı.

- Iedereen klapt.
- Iedereen applaudisseert.

Herkes alkışlar.

- Hallo, iedereen!
- Hallo, iedereen.

Merhaba, herkes!

- Iedereen huilt.
- Iedereen schreeuwt.

Herkes ağlar.

Iedereen.

Hepimiz.

- Iedereen gaat dood.
- Iedereen sterft.

Herkes ölür.

- Iedereen doet het.
- Iedereen doet dit.
- Iedereen doet dat.

Herkes onu yapıyor.

- Iedereen doet dit.
- Iedereen doet dat.

Onu herkes yapar.

- Iedereen leek geschokt.
- Iedereen keek geschokt.

Herkes sarsılmış görünüyordu.

- Iedereen was daar.
- Iedereen was aanwezig.

Herkes oradaydı.

- Iedereen kan spelen.
- Iedereen mag spelen.

Herkes oynayabilir.

- Iedereen is akkoord.
- Iedereen gaat akkoord.

Herkes anlaştı.

- Maak iedereen blij.
- Maak iedereen gelukkig.

Herkesi mutlu et.

Iedereen lachte.

Herkes güldü.

Luister, iedereen.

Hepiniz, dinleyin.

Iedereen wint.

Herkes kazanır.

Iedereen telt.

Her insan sayar.

Iedereen droomt.

Herkes hayal eder.

Iedereen juichte.

Herkes alkışladı.

Iedereen schreeuwde.

Herkes çığlık attı.

Iedereen glimlachte.

Herkes gülümsedi.

Iedereen wachtte.

Herkes bekledi.

Iedereen stond.

Herkes durdu.

Iedereen bad.

Herkes dua etti.

Iedereen keek.

Herkes baktı.

Iedereen glimlacht.

Herkes gülümsüyor.

Iedereen bleef.

Herkes kaldı.

Iedereen kreunt.

Herkes sızlanıyor.

Iedereen applaudisseerde.

Herkes alkışladı.

Controleer iedereen.

- Herkesi kontrol et.
- Herkesi kontrol edin.

Iedereen lacht.

Herkes güler.

Iedereen giechelde.

Herkes kıkırdadı.

Iedereen sprong.

Herkes atladı.

Luister, iedereen!

Herkes. Dinleyin.

Hallo, iedereen.

Herkese selam.

Slaapwel iedereen!

Herkese iyi geceler!

Iedereen roddelt.

Herkes dedikodu yapar.

Welkom, iedereen.

- Hoş geldiniz millet.
- Hepiniz hoş geldiniz.
- Herkes hoş geldi.

Iedereen leest.

Herkes okuyor.

Iedereen klaar?

Hazır mısınız?

Iedereen bukken!

Herkes çöksün!

Iedereen liegt.

Herkes yalan söyler.

Iedereen danste.

- Herkes dans etti.
- Herkes dans ediyordu.

Iedereen huilde.

Herkes ağlıyordu.

Iedereen staat.

Herkes ayakta.

Iedereen opstaan!

Herkes ayağa kalksın.

- Iedereen, zeg kaas.
- Iedereen, zeg "cheese".
- Iedereen, lach naar het vogeltje.

Herkes peynir desin.

- Iedereen negeerde Tom.
- Iedereen heeft Tom genegeerd.

Herkes Tom'u görmezlikten geldi.

- Iedereen lacht.
- Iedereen is aan het lachen.

Herkes gülüyor.

- Iedereen is aan het juichen.
- Iedereen juicht.

Herkes tezahürat yapıyor.

- Tom hielp iedereen.
- Tom heeft iedereen geholpen.

Tom herkese yardım etti.

- Bijna iedereen kwam.
- Bijna iedereen is gekomen.

Neredeyse herkes geldi.

- Ik hielp iedereen.
- Ik heb iedereen geholpen.

Herkese yardım ettim.

- Iedereen wacht op je.
- Iedereen wacht op u.
- Iedereen wacht op jullie.

- Herkes seni bekliyor.
- Herkes sizi bekliyor.

- Iedereen vindt je leuk.
- Iedereen vindt u leuk.
- Iedereen vindt jullie leuk.

- Herkes seni seviyor.
- Herkes sizi seviyor.

- Iedereen houdt van patat.
- Iedereen houdt van friet.
- Iedereen houdt van frietjes.

Herkes patates kızartması sever.

- Iedereen houdt van hem.
- Hij is door iedereen graag gezien.
- Iedereen mag hem.

Herkes onu seviyor.

- Het viel iedereen op.
- Iedereen merkte het op.

Herkes fark etti.

- Dat is iedereen opgevallen.
- Iedereen heeft dat gemerkt.

Onu herkes fark etti.

- Iedereen houdt van haar.
- Iedereen mag haar graag.

Herkes onu sever.

- Iedereen luistert naar je.
- Iedereen luistert naar jou.

Herkes seni dinliyor.

- Waarom haat iedereen je?
- Waarom haat iedereen jullie?

Neden herkes senden nefret ediyor?

- Iedereen houdt van Tom.
- Iedereen vindt Tom aardig.

- Herkes Tom'u sever.
- Herkes Tom'u seviyor.

- Iedereen mag hem.
- Hij is bij iedereen geliefd.

O herkes tarafından sevilir.

Iedereen was bang.

Herkes gerçekten çok korkmuştu.

Iedereen gaat dood.

Herkes ölür.

Iedereen heeft zwakheden.

Herkesin zayıflıkları vardır.

Iedereen weet dat.

Hiç kimse bilmiyor.

Iedereen is gelukkig.

Hepimiz mutluyuz.

Iedereen is klaar.

Herkes hazır.

Iedereen zoekt geluk.

Herkes mutluluk peşinde.

Iedereen zegt het.

Onu herkes söylüyor.

Iedereen is er.

Herkes mevcut.

Iedereen heeft gebreken.

Herkesin hataları vardır.

Iedereen maakt fouten.

- Herkes hata yapar.
- Herkes hatalar yapar.

Iedereen doet dat.

Onu herkes yapar.

Iedereen haat Tom.

- Tom'dan herkes nefret ediyor.
- Herkes Tom'dan nefret ediyor.

Begrijpt iedereen het?

Herkes anlıyor mu?

Waar is iedereen?

- Herkes nerede?
- Herkes nereye gitti?
- Herkes nereye kayboldu?

Iedereen haat hem.

Herkes ondan nefret ediyor.

Kom iedereen ontmoeten.

Herkesi karşılamaya gel.

Is iedereen oké?

Herkes iyi mi?

Iedereen is geschokt.

Herkes şok oldu.

Iedereen wil iets.

Herkes bir şey ister.

Is iedereen gelukkig?

Herkes mutlu mu?

Iedereen is uniek.

Herkes eşsizdir.

Tom kent iedereen.

Tom herkesi tanıyor.

Iedereen is stil.

Herkes sessiz.