Translation of "Kort" in English

0.015 sec.

Examples of using "Kort" in a sentence and their english translations:

- Hou het kort.
- Houd het kort.

- Be brief.
- Keep it short.

Houd het kort.

Be brief.

Het leven is kort.

Life is short.

Hij gaf kort antwoord.

He answered in brief.

Ze heeft kort haar.

She has short hair.

Hij heeft kort haar.

- She has short hair.
- He has short hair.

Ik ben erg kort.

I'm very short.

Luke heeft kort haar.

Luke has short hair.

Tom stierf kort daarna.

Tom died shortly afterwards.

Ik ben niet kort.

I'm not short.

Mijn haar is kort.

My hair is short.

- Ik hou van een kort kapsel.
- Kort haar vind ik leuk.

I like short hair.

- Kort daarna begon hij te huilen.
- Kort daarna begon hij te wenen.

He started crying shortly after.

kort na de Nigeriaanse burgeroorlog --

that was shortly after the Nigerian civil war --

Kort daarna komen officieren langs

Eventually, officers come knocking on people's doors,

Laat het ons kort houden.

Let's make it brief.

Tom heeft een kort lontje.

Tom has a short fuse.

Kort haar staat hem beter.

- Short hair looks better on you.
- You look better with short hair.
- Short hair looks better on her.
- She looks better with short hair.
- Short hair looks better on him.
- He looks better with short hair.

Hij heeft een kort lontje.

He has a short fuse.

Dit is ook vrij kort.

This is also rather short.

Haar haar is heel kort.

Her hair is very short.

Sami's interview was heel kort.

Sami's interview was really quick.

Is het kort geleden gebeurd?

Did that happen recently?

- In het kort: dat is uw schuld.
- In het kort: dat is jouw schuld.
- In het kort: dat is jullie schuld.

To put it briefly it's your fault.

Daarenboven werd ons tot voor kort

On top of that, until very recently,

En kort als minister van Oorlog.

and briefly, minister for war.

Ze had haar haar kort geknipt.

She had her hair cut short.

Zij komen altijd geld te kort.

They are always short of money.

Hij liet zijn haar kort knippen.

He had his hair cut short.

Ik hou van een kort kapsel.

- I like short hair.
- I like the short hairstyle.

Kun je jezelf even kort voorstellen?

Could you give a simple self-introduction?

Waarom is je rok zo kort?

Why is your skirt so short?

Ik wil een kort slaapje houden.

- I want to take a nap.
- I want to have a kip.

Kan je de dief kort beschrijven?

Can you give me a brief description of the thief?

Kort gezegd, ik ben niet akkoord.

To put it briefly, I do not agree.

Is die rok niet te kort?

Isn't that skirt too short?

De veulen heeft een kort staartje.

The foal has a short tail.

Helaas is de Scandinavische zomer kort.

The Scandinavian summer is short, unfortunately.

Het leven in één woord: kort.

In a word, life is short.

- De kunst is lang, het leven is kort.
- De wetenschap is lang, het leven is kort.

Art is long, life is short.

Maar hartje zomer zijn de nachten kort.

But in midsummer, nights are short.

Het leven van Mozart was heel kort.

Mozart's life was very short.

Mijn grootvader stierf kort na mijn geboorte.

My grandfather died shortly after my birth.

De lente van het leven is kort.

The springtime of life is short.

Hij leefde slechts kort maar heel intens.

He only lived a short time, but he did so intensely.

Zij had al kort tevoren afscheid genomen.

She had already said goodbye shortly before.

In een woord: het leven is kort.

In a word, life is short.

In één woord: het leven is kort.

In a word, life is short.

Lijken we een erg kort geheugen te hebben.

we tend to have very short memories.

- Ik ben erg kort.
- Ik ben erg klein.

I'm very short.

Mijn moeder heeft mijn haar te kort geknipt.

My mother cut my hair too short.

Tom had zijn haar heel kort laten knippen.

Tom had his hair cut really short.

De wetenschap is lang, het leven is kort.

Art is long, life is short.

De kunst is lang, het leven is kort.

Art is long, life is short.