Translation of "Antwoord" in English

0.016 sec.

Examples of using "Antwoord" in a sentence and their english translations:

- Geef me antwoord.
- Antwoord.

Respond.

Antwoord.

Answer!

- Geef me antwoord.
- Geef antwoord.
- Antwoord me dit.

Answer me.

- Geef antwoord.
- Antwoord me dit.

Answer me.

- Geef me antwoord.
- Antwoord.
- Reageer.

Respond.

- Geef me antwoord.
- Geef antwoord.

Answer me.

- Geef antwoord, alsjeblieft.
- Antwoord me, alsjeblieft.

Please answer me.

Geef antwoord!

Answer me!

- Antwoord.
- Reageer.

Respond.

Antwoord alstublieft.

Please reply.

Antwoord eerlijk.

Answer honestly.

- Bedankt voor uw antwoord.
- Bedankt voor je antwoord.
- Bedankt voor jullie antwoord.
- Bedankt voor jouw antwoord.

- Thank you for your answer!
- Thank you for your answer.

- Gelieve te antwoorden!
- Antwoord alsjeblieft!
- Antwoord alstublieft!

Please answer!

- Uw antwoord is juist.
- Jouw antwoord is juist.
- Jouw antwoord is goed.

- Your answer is right.
- Your answer is correct.

- Uw antwoord is fout.
- Je antwoord is fout.
- Jullie antwoord is fout.

Your answer is wrong.

- Wat is je antwoord?
- Wat is jouw antwoord?
- Wat is uw antwoord?

What's your answer?

- Je antwoord was fout.
- Uw antwoord was fout.
- Jullie antwoord was fout.

Your answer was wrong.

- Uw antwoord is onzin.
- Jouw antwoord is nonsens.
- Jouw antwoord slaat nergens op.

Your answer doesn't make sense.

- Het antwoord was gemakkelijk.
- Het antwoord was makkelijk.

- It was easy to answer.
- The answer was easy.

- Uw antwoord is juist.
- Jouw antwoord is juist.

- Your answer is right.
- Your answer is correct.

- Uw antwoord is fout.
- Jullie antwoord is fout.

Your answer is wrong.

- Zijn antwoord was negatief.
- Zijn antwoord was ontkennend.

- His reply was negative.
- His answer was negative.

- Wat is je antwoord?
- Wat is jouw antwoord?

What's your answer?

- Uw antwoord is fout.
- Je antwoord is fout.

- Your answer is wrong.
- Your reply is wrong.

- Geef daar geen antwoord op!
- Geef geen antwoord!

Don't answer.

Geef geen antwoord!

- Don't say anything.
- Don't say anything!

Klopt dit antwoord?

Is that answer right?

Tom, geef antwoord!

Tom, answer me!

Geef Tom antwoord.

Answer Tom.

Geef ze antwoord.

Answer them.

Antwoord me, alsjeblieft.

Please answer me.

- Waarom geef je geen antwoord?
- Waarom antwoord je niet?

- Why do you not answer?
- Why aren't you answering?
- Why don't you answer?

- Jouw antwoord is onzin.
- Jouw antwoord slaat nergens op.

Your answer doesn't make sense.

- Wat is het juiste antwoord?
- Hoe luidt het juiste antwoord?

- What is the correct answer?
- What's the correct answer?

- We wachten op uw antwoord.
- We wachten op jouw antwoord.

- We are awaiting your answer.
- We're waiting for your answer.
- We're awaiting your answer.

Het antwoord is: alles.

And the answer is everything.

Was hun antwoord meestal:

the reply is usually,

Het antwoord is ja.

The answer is yes.

Brussel was het antwoord.

Brussels was the answer.

Tot ik antwoord gaf.

until I answered it.

En ik antwoord: nee.

And I answer: no.

Antwoord niet te vlug.

Do not answer hastily.

Antwoord niet aan mij!

Don't answer me back.

Weet je het antwoord?

- You know the answer?
- Do you know the answer?

Antwoord in het Engels.

Answer in English.

Het antwoord was makkelijk.

The answer was easy.

Hij gaf kort antwoord.

He answered in brief.

Het antwoord was ja.

The answer was yes.

Het antwoord is 42.

The answer is 42.

Dat is mijn antwoord!

That's my answer!

Jouw antwoord is juist.

- Your answer is right.
- Your answer is correct.

Is mijn antwoord juist?

Is my answer correct?

Bedankt voor uw antwoord.

Thanks for your reply.

Wat is uw antwoord?

What's your answer?

Het antwoord was gemakkelijk.

- It was easy to answer.
- The answer was easy.

Zijn antwoord was negatief.

His reply was negative.

Zijn antwoord was logisch.

His reply was logical.

Dit is het antwoord.

That's the answer.

Tom gaf geen antwoord.

Tom made no reply.

Jouw antwoord is nonsens.

Your answer doesn't make sense.

Uw antwoord is fout.

Your answer is wrong.