Translation of "Biertje" in English

0.006 sec.

Examples of using "Biertje" in a sentence and their english translations:

- Eén biertje, alstublieft!
- Eén biertje, alsjeblieft!

One beer, please!

Een biertje, alsjeblieft.

A beer, please.

Neem een biertje.

Have a beer.

- Doe me maar een biertje!
- Doe mij maar een biertje!

Just give me a beer!

Hij dronk een biertje.

He drank a beer.

Ik wil een biertje.

I want a beer.

Nog een biertje alsjeblieft.

Another beer please.

Tom wil een biertje.

Tom wants a beer.

Tom had een biertje.

Tom had a beer.

Wil iemand een biertje?

Anybody want a beer?

Koop hem een biertje.

Buy him a beer.

Tom bestelde een biertje.

Tom ordered a beer.

Geef me een biertje.

Give me a beer.

Bedankt voor het biertje.

Thanks for the beer.

Tom opende een biertje.

Tom opened a beer.

Tom dronk een biertje.

Tom drank a beer.

Hier is jouw biertje.

Here's your beer.

Ik dronk een biertje.

I drank a beer.

Neem nog een biertje.

Have another beer.

Mag ik een biertje?

Can I have a beer?

Ik wilde een biertje.

I wanted a beer.

Tom had één biertje.

Tom had one beer.

- Je bent me een biertje schuldig.
- U bent me een biertje schuldig.
- Jullie zijn me een biertje schuldig.

You owe me a beer.

Geef me nog een biertje.

Give me another beer.

Welk biertje is van jou?

Which beer is yours?

Tom nam nog een biertje.

Tom got himself another beer.

Tom opende nog een biertje.

Tom opened another beer.

Breng me nog een biertje.

Bring me another beer.

Ik wil nog een biertje.

I want another beer.

Tom dronk een alcoholvrij biertje.

Tom drank a non-alcoholic beer.

Ik heb liever een biertje.

I'd rather have a beer.

Je bent me een biertje schuldig.

You owe me a beer.

Kan ik nog een biertje krijgen?

Could I have another glass of beer?

U bent me een biertje schuldig.

You owe me a beer.

Tom heeft maar één biertje gehad.

Tom had only one beer.

- Ik ging een biertje drinken met mijn vrienden.
- Ik heb een biertje gepakt met mijn vrienden.

I went out for a beer with my friends.

Ik zal een biertje voor je kopen.

I'll buy you a beer.

- Hij dronk bier.
- Hij dronk een biertje.

- He drank beer.
- He drank a beer.

Soms ga ik uit voor een biertje.

I go out sometimes for a beer.

Ik ging met vrienden een biertje drinken.

I went to drink a beer with friends.

Ik zou heel graag een fris biertje hebben.

I would really appreciate a glass of cold beer.

Ik zou op dit moment wel een biertje lusten.

I wouldn't mind a beer right now.

Ik drink nooit een biertje voor ik ga lunchen.

I never drink beer before lunch.

Ik denk dat het tijd is voor een biertje.

- I think it's time for a beer.
- I think that it's time for a beer.

Op dit moment ben ik een biertje aan het drinken.

I'm drinking a beer right now.

Tom pakte een biertje uit de koelkast en gaf het aan Mary.

Tom took a beer out of the fridge and handed it to Mary.

- Ik ging een pintje drinken met wat vrienden.
- Ik ging met vrienden een biertje drinken.

- I went to drink a beer with friends.
- I went out for a beer with my friends.
- I went out to have a beer with my friends.
- I went to drink a beer with my friends.

Ik bood Mary een biertje aan maar ze zei dat ze er geen eentje wilde.

I offered Mary a beer, but she said she didn't want one.

- Kan ik nog een glas bier krijgen?
- Kan ik nog een pintje krijgen?
- Kan ik nog een biertje krijgen?

Could I have another glass of beer?