Examples of using "الذهاب" in a sentence and their dutch translations:
- Je mag gaan.
- U mag gaan.
Ik wil met je meegaan.
Je hoeft niet te gaan.
- Het is tijd om weg te gaan.
- Het is tijd om te vertrekken.
Ik zou graag naar Japan kunnen gaan.
- Je moet gaan.
- Je moet vertrekken.
Ik wilde daarnaartoe gaan.
Ik wil naar Hawaï.
Ik moet nu gaan.
Ik moet slapen.
Ik wil naar Japan gaan.
Wereldwijd tikken die individuele acties over de jaren heen behoorlijk aan.
...is het tijd om naar de stad te gaan.
en dat ik direct naar het ziekenhuis moest komen.
Dus helpen mijn zussen en ik haar ermee.
Niemand wil daarheen.
Je kan maar beter gaan.
In plaats van zelf te gaan, stuurde ik een geschenk.
Ik blijf haar elke dag opzoeken.
Zeg me waarom je daarheen wilt gaan.
Ik moet gaan slapen.
Wil je via de tunnel gaan?
Wanneer zullen we gaan?
alsof je per paard forenst of een telefoon met kiesschijf gebruikt.
Ik wil naar Italië gaan.
Ik moet nu gaan.
Ik bleef maar doorgaan en zodoende realiseerde ik me
Je kan maar beter gaan.
Ik wil naar Kyoto gaan.
Ik wil naar Tokio gaan.
- Ik moet gaan slapen.
- Ik moet naar bed.
Ik moet gaan slapen.
- Ik wil naar huis.
- Ik wil naar huis gaan.
Ik ging elke dag om haar omgeving beter te leren kennen.
Doorgaan de woestijn in op zoek naar... ...slangen, tarantula's, schorpioenen...