Examples of using "التلفاز" in a sentence and their dutch translations:
- Zet de tv uit.
- Doe de tv uit.
- Kijk je tv?
- Kijkt u tv?
- Kijken jullie tv?
De tv staat aan.
Laten we de tv uitdoen.
Ik sliep voor de tv.
Soms kijkt hij naar de tv.
- Hij houdt van tv kijken.
- Hij kijkt graag tv.
- Je kan tv kijken.
- U kunt tv kijken.
- Jullie kunnen tv kijken
Gisteren heeft Tom tv gekeken.
Na het middageten keken we tv.
Mijn broer is naar tv aan het kijken.
- Hij houdt van tv kijken.
- Hij kijkt graag tv.
Laat de televisie niet aan staan.
Maria kijkt graag tv.
- Ik keek toen tv.
- Dan keek ik televisie.
Zet de televisie uit. Ik kan me niet concentreren.
Mijn vader komt vanavond op tv.
Wil je zo vriendelijk zijn de tv aan te zetten?
Nu en dan kijk ik tv.
- Mijn moeder kijkt niet graag tv.
- Mijn moeder houdt niet van televisiekijken.
Laten we tv kijken.
Sommige mensen lezen de krant en kijken tegelijk naar de televisie.
Misschien moet je de tv uitzetten en iets anders gaan doen.
Zodra je de tv zou aanzetten, zou alles daarover gaan.
"Internationale tv?" vroeg Dima. "Waar heb je het over, Al-Sayib?"
Ze zei dat haar leven erg saai was. Dat lijkt logisch, want al wat ze deed, was de hele dag tv kijken.
"Wat?" zei Al-Sayib. "Denk je dat je nu ineens met een Armani moet gaan lopen pronken, omdat je op de internationale tv bent?