Examples of using "يحب" in a sentence and their dutch translations:
Hij houdt van muziek.
- Hij houdt van sinaasappels.
- Hij houdt van appelsienen.
Hij vindt vissen leuk.
Hij houdt van vlees.
Peter houdt van Jane.
- Tom breit graag.
- Tom vindt breien leuk.
Tom houdt van kaas.
Hij houdt van treinen.
Hij houdt van thee.
- Tom houdt van reizen.
- Tom reist graag.
Tom houdt van geld.
Hij leest graag kranten.
Mijn vader houdt van mijn moeder.
Mijn vader houdt erg van pizza.
Hij is dol op reizen.
Houdt Tom van tomaten?
- Hij houdt van tv kijken.
- Hij kijkt graag tv.
Mijn broer houdt van muziek.
Tom gaat graag uit.
Tom leest graag.
Hij houdt van katten.
Zij houdt van vissen.
Tom houdt niet van kaas.
Sommige mensen houden van honkbal, anderen van voetbal.
Houdt iedereen van muziek?
Houdt Tom van tomaten?
De meeste Amerikanen houden van hamburgers.
Tom leest graag.
- Hij houdt erg van zijn school.
- Hij is gek op zijn school.
- Mijn vader is dol op pizza.
- Mijn vader houdt erg van pizza.
- Hij houdt van tv kijken.
- Hij kijkt graag tv.
Houdt je vriend van thee?
Niet alle kinderen houden van appels.
Mijn broer vindt enge films leuk.
- Tom zal het hier geweldig vinden.
- Tom zal het hier leuk vinden.
Europeanen drinken graag wijn.
Hij houdt niet van koffie.
Mijn vader houdt niet van voetbal.
Wie houdt van oorlog?
Hij houdt van koffie zonder suiker.
Ik weet dat Tom van Mary houdt.
Die niet graag gestoord wordt. De populatie zwarte neushoorns neemt langzaam toe.