Translation of "أرسل" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "أرسل" in a sentence and their dutch translations:

أرسل لي مرة أخرى.

stuurde hij nog een bericht.

هي تودّ معرفة من أرسل الورود.

Ze wil weten wie de bloemen stuurde.

أرسل إلينا المزيد من المعلومات إذا تكرمت.

Gelieve ons meer informatie te zenden.

أريد أن أرسل هذا الطرد إلى كندا.

Ik wil graag dit pakketje naar Canada sturen.

هل يمكنني أن أرسل أزهار؟ هل يريد زوارً؟

Kon ik bloemen sturen? Wilde hij bezoek?

في 6 يونيو، أرسل سولت الأوامر إلى بقية الجيش

Op 6 juni stuurde Soult orders naar de rest van het leger.

"والذي أرسل فوشي إلى العدو - ثمانية أيام قبل معركة واترلو"

"die de berichten van Fouché naar de vijand had - ACHT DAGEN voor de slag bij Waterloo. ""

ولكن عندما وصلت أخبار الهزيمة الفرنسية الكارثية في فيتوريا ، أرسل نابليون سولت

Maar toen er nieuws kwam over de rampzalige Franse nederlaag bij Vitoria, stuurde Napoleon Soult terug