Examples of using "Yiyorlar" in a sentence and their dutch translations:
Zij eten vlees.
Ze eten hun appels.
- De koeien eten gras.
- De koeien zijn gras aan het eten.
- Ze zijn appels aan het eten.
- Zij eten appels.
Zij eten vis.
Zij eten een boterham.
Ze eten veel rijst.
Koeien grazen in de wei.
Ze eten zonnebloempitten onder het kaarten.
Die muggen verslinden mij levend!
De koeien bij mij achter eten alleen maar tulpen.
In mijn wereld is iedereen een pony en eten ze allemaal regenbogen en poepen vlinders.