Examples of using "Seviyor" in a sentence and their dutch translations:
Ze houdt van hem.
Wie houdt van Sachiko?
- Iedereen vindt je leuk.
- Iedereen vindt u leuk.
- Iedereen vindt jullie leuk.
- Vind je Australië leuk?
- Vindt u Australië leuk?
- Vinden jullie Australië leuk?
- Hou je van Australië?
- Houden jullie van Australië?
- Houdt u van Australië?
Hij houdt van haar. Zij houdt ook van hem.
Hij houdt ervan om bergen te beklimmen.
Ze houdt nog steeds van hem.
Hou je van je kinderen?
Tom houdt van Mary, maar Mary houdt van Mike.
Tom vindt Maria leuk en Maria vindt hem leuk.
Hou jij van Tom?
Peter houdt van Jane.
Hij vindt voetbal leuk.
Hij houdt van Italiaans eten.
Tom houdt van z'n werk.
Jim houdt van de dokter.
- Ze houdt van katten.
- Zij houdt van katten.
- Ze is dol op katten.
- Ze is gek op katten.
- Hij zingt graag.
- Hij houdt van zingen.
Bevalt de stad je?
Tom houdt van experimenteren.
De kat houdt van slapen.
Mijn vader houdt van mijn moeder.
Hij houdt van quinoa.
- Hou je van mij?
- Hou je van me?
Maria vindt je leuk.
Hij houdt van jagen.
Vind je China leuk?
Tom houdt van Maria.
Hij houdt van voetbal.
Hou je van elkaar?
- Hou je van je vader?
- Houd je van je vader?
- Houden jullie van jullie vader?
- Houdt u van uw vader?
Hou je van hem?
Vind je het leuk?
Vindt u tennis leuk?
Ze houdt van ijs.
John heeft de verpleegster graag.
Mijn vader houdt erg van pizza.
Hij houdt van ze.
Hij houdt van haar.
Ze houdt van Tom.
- Hij houdt van tv kijken.
- Hij kijkt graag tv.
Tom houdt van katten.
Tom houdt van Australië.
Vind je Boston leuk?
Tom vindt dat leuk.
Hij is gek op sciencefiction.
Tom houdt van muziek.
Hij houdt van tijgers.
- Tom is gek op chocola.
- Tom houdt van chocolade.
Hij zwemt graag.
Tom houdt van wortels.
Ingo houdt van haar.
Wie houdt van Sachiko?
Tom gaat graag uit.
Europeanen houden van wijn.
- Hou je van jouw land?
- Houdt u van uw land?
- Houden jullie van jullie land?
Tom houdt van spaghetti.
- Tom houdt hiervan.
- Tom vindt dat leuk.
Tom houdt van koffie.
Tom houdt van tulpen.
Tom houdt van sneeuw.
Tom houdt van honden.
- Amerika houdt van je.
- Amerika houdt van u.
- Amerika houdt van jullie.
- Tom houdt van je.
- Tom houdt van jou.
- Tom houdt van jullie.
- Tom houdt van u.
Hou je van je vrouw?
Tom houdt van ijs.
Tom houdt van sinaasappels.
- Hou je van je moeder?
- Houdt u van uw moeder?
Zij houdt van eekhoorns.
Zij houdt van sneeuw.
Maria houdt van sneeuw.
Judy vindt hem leuk.
Mijn dochter houdt van muziek.
- Iedereen houdt van hem.
- Hij is door iedereen graag gezien.
- Iedereen mag hem.
Ze heeft graag sinaasappelen.
Tom houdt van lacrosse.
Hou je van je man?
Thomas houdt van schrijven.
Tom houdt van u!
Tom houdt van honkbal.
Tom houdt van fruit.
Tom is dol op ijs.