Translation of "Pazara" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Pazara" in a sentence and their dutch translations:

Biz pazara gidiyoruz.

We gaan naar de markt.

Pazara alışveriş yapmaya gidiyorum.

Ik ga naar de markt om boodschappen te doen.

Salı günleri pazara gideriz.

Dinsdags gaan we naar de markt.

O pazara gidiyor, ya sen?

Hij gaat naar de markt, en jij?

Oyunu önümüzdeki Pazara ertelemek zorundayız.

We moeten het spel naar de volgende zondag verplaatsen.

Toplantıyı önümüzdeki pazara kadar ertelemeye karar verdik.

We hebben beslist de vergadering uit te stellen tot volgende zondag.

Ben pazara gidiyorum, bir şeye ihtiyacın var mı?

Ik ga naar de markt, heb jij iets nodig?